Woord vooraf: Het brein werkt als één geheel samen. Hersenfuncties lopen verspreid door de hersengebieden en komen voort uit de uitwisseling tussen de gebieden. Toch zijn er wel klachten aan te wijzen per hersengebied.
Letsel in de temporaal kwab /slaapkwab
Dit hersengebied ligt eigenlijk precies achter de oren en heeft dan onder andere ook te maken met het verwerken van auditieve informatie (= dat wat er gehoord wordt). Het is een eindstation van het verwerken van geluidsprikkels of auditief pad.
Er zijn nog meer specifieke functies van deze hersenkwab.
Functies:
Taalbegrip
Gehoorvermogen
Geheugen
Gedrag
Concentratie
Visuele perceptie
Categoriseren van voorwerpen
Geur- en smaakherkenning
De ene mens met schade in dit hersengebied, heeft misschien één of twee van de opgesomde klachten, de ander heeft er meerdere of in meer of mindere mate. Emotionele veranderingen door lichamelijke oorzaken kunnen soms pijnlijk verwoord aanvoelen worden en 'van binnen uit' door de getroffene ook anders beleefd worden. Lees meer....
Mogelijke klachten bij letsel in deze kwab:
Wetenschappers hebben verschillende symptomen gevonden van beschadiging aan de slaapkwab (temporaalkwab). Welke symptomen optreden, hangt af van het specifieke gebied binnen deze slaapkwab :
- Verstoring van herkennen van geluiden.
- Overprikkeling door geluid.
- Stoornissen in de gerichte aandacht van het luisteren en het zien.
- Stoornissen van de waarneming van wat men ziet.
- Verstoring van het organiseren en indelen in categorieën van het gesprokene om te onthouden.
- Verstoring van taalbegrip - Moeite met het begrijpen van gesproken woorden - Wernicke's afasie /sensorische afasie. Wordt ook wel receptieve afasie genoemd.
- Verminderde lange-termijn geheugen - problemen met het korte-termijn geheugen.
- Veranderde persoonlijkheid en veranderd gevoelsleven (affectief gedrag).
- Veranderd seksueel gedrag.
- Moeite met het herkennen van gezichten (prosopagnosie).
- Moeite met het herkennen van voorwerpen of patronen en vormen (visuele agnosie).
- Moeite met het herkennen van woorden als geheel.
- Dwanghandelingen / obsessief-compulsieve symptomen bij letsel in de rechter temporaalkwab en bij temporaalkwab epilepsie.
Verbaal en visueel geheugen links, muziek en gezichtsgeheugen rechts
Linkerkant letsels kunnen leiden tot een verminderd terughalen uit het verbale en het visuele geheugen, waaronder spraak-verstaan.
Letsels aan de rechterzijde van de temporaalkwab kunnen leiden tot een verminderd herinneren van muziek klanken en kan leiden tot de afname van muzikaal talent. Rechterzijde letsels kunnen ook invloed hebben op de herkenning van het visuele geheugen (bv. herinneren van gezichten).
Categoriseren
De temporale kwabben zijn betrokken bij het het organiseren en indelen van zintuiglijke informatie. Personen met temporale kwab letsels hebben moeite het indelen van woorden of foto's in categorieën.
Taal
Taal kan worden beïnvloed door temporaalkwab beschadiging. Links temporale letsels verstoren de herkenning van woorden. Rechts temporale schade kan een verlies van remming van praten veroorzaken. Iemand kan dan geen rem zetten op zijn spreken (persevereren).
Geheugen
De temporale kwabben zijn sterk geassocieerd met geheugen vaardigheden. Letsels links kunnen leiden tot een verminderd geheugen voor gesproken zaken. Voorkant letsels leiden tot niet herkennen van non-verbale materiaal, zoals muziek en tekeningen.
Persoonlijkheid
Schade aan de temporale kwab kan grote invloed hebben op iemands persoonlijkheid. Bij temporaalkwab-epilepsie kunnen mensen last krijgen van het steeds herhalen van woorden of zinnen (persevererende spraak), paranoia of plotselinge woede-uitbarstingen. Als de schade ernstig is, kan dit ook zorgen voor veranderingen in seksueel gedrag, zoals een toename van seksuele activiteit. Daarnaast kunnen zowel het denken en leren als de emoties en het gedrag worden beïnvloed door schade in dit deel van de hersenen.Lees ook over de voor en nadelen van een epilepsieoperatie.
Obsessief-compulsieve symptomen kunnen voor komen bij letsels in de rechter temporaal kwab. (Dat zijn aanhoudende, opdringerige en zinloze gedachten (obsessies) en drang, om repetitief gedrag (compulsies) uit te voeren die het functioneren belemmeren en/of angst veroorzaken).
Gezichtsherkenning
Wetenschappers hebben ontdekt waar in de hersenen gezichtsherkenning plaatsvindt. Dit gebeurt in een specifiek deel van de temporaalkwab, de posterior superior temporal sulcus (pSTS), en in de gyrus fusiformis. Meer hierover lees je op onze pagina over prosopagnosie, de term die gebruikt wordt voor het niet kunnen herkennen van gezichten.
Dit deel van de hersenen analyseert bewegingen in het gezicht en haalt daaruit informatie over emoties. Dit hersengebied zit aan de rechterkant van je hoofd, net achter je oor.
Gezichtsuitdrukkingen als "blij verrast", "boos verrast" en "angstig verbaasd" hebben allemaal opgetrokken wenkbrauwen. Toch kun je meteen zien om welke emotie het gaat, omdat andere delen van het gezicht meedoen en de emotie duidelijk maken.
Image used with permission by Sebastian023, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=20988757
Vaak gebruikte tests in een NeuroPsychologisch Onderzoek (NPO) voor de temporale kwab functies zijn: Rey-Complex Figure (visueel geheugen) en Wechsler Memory Scale - Revised (verbaal geheugen).
Wat is de supratemporale auditieve cortex?
De 'supratemporale auditieve cortex' is de medische naam voor de bovenkant van de gehoorschors (auditieve cortex), een deel van de hersenen in de slaapkwab (temporale kwab). Dat gebied is belangrijk voor het verwerken van geluiden die we horen.
Het helpt ons niet alleen om geluiden te onderscheiden, zoals spraak, muziek en omgevingsgeluiden, maar ook bij het interpreteren van deze geluiden, zoals het begrijpen van taal en het herkennen van stemmen of melodieën.
Deze cortex is essentieel voor communicatie en het navigeren in een wereld vol geluiden. Verstoring in dit gebied kan leiden tot gehoor- of verwerkingsproblemen, wat het belang ervan benadrukt voor ons dagelijks functioneren.
Lees meer over hoe geluiden verwerkt worden.
Bronnen:
Benson, D. F., & Blumer, D. (1975). Psychiatric Aspects of Neurologic Disease. New York, V.S.: Grune and Straton.
Brooks, V. B. (1988). Handbook of Physiology: The Nervous System. Oxford, U.K: Oxford University Press.
Brown, J. W. (z.d.). Aphasia, apraxia, and agnosia;: Clinical and theoretical aspects,. Springfield, Illinois: C.C. Thomas.
Drewe, E. (1975). Go - No Go Learning After Frontal Lobe Lesions in Humans. Cortex, 11(1), 8–16. https://doi.org/10.1016/s0010-9452(75)80015-3
Eyskens, E., Feenstra, L., Meinders, A. E., Vandenbroucke, J. P., & Van Weel, C. (1997). Codex Medicus (10e ed.). Maarssen, Nederland: Elsevier Gezondheidszorg.
Hersenletsel uitleg | Hersenletsel-uitleg.nl. (z.d.). Geraadpleegd van https://www.hersenletsel-uitleg.nl/
Kolb, B., & Milner, B. (1981). Performance of complex arm and facial movements after focal brain lesions. Neuropsychologia, 19(4), 491–503. https://doi.org/10.1016/0028-3932(81)90016-6
Kuks, J. B. M., Snoek, J. W., Oosterhuis, H. G. J. H., & Fock, J. M. (2003). Klinische neurologie (15e ed.). Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Kuypers, H. G. J. M. (2011). Anatomy of the Descending Pathways. Comprehensive Physiology, . https://doi.org/10.1002/cphy.cp010213
Leonard, G., Jones, L., & Milner, B. (1988). Residual impairment in handgrip strength after unilateral frontal-lobe lesions. Neuropsychologia, 26(4), 555–564. https://doi.org/10.1016/0028-3932(88)90112-1
Levin, H. S., Amparo, E., Eisenberg, H. M., Williams, D. H., High, W. M., McArdle, C. B., & Weiner, R. L. (1987). Magnetic resonance imaging and computerized tomography in relation to the neurobehavioral sequelae of mild and moderate head injuries. Journal of Neurosurgery, , 706–713. https://doi.org/10.3171/jns.1987.66.5.0706
Miller, L. (1985). Cognitive risk-taking after frontal or temporal lobectomy—I. The synthesis of fragmented visual information. Neuropsychologia, 23(3), 359–369. https://doi.org/10.1016/0028-3932(85)90022-3
Palm, J. (2005). Omgaan met hersenletsel. Assen, Nederland: Koninklijke Van Gorkum.
Semmes, J., Weinstein, S., Ghent, G., Meyer, J. S., & Teuber, H. (1963). Correlates of impaired orientation in personal and extrapersonal space. Brain, 86(4), 747–772. https://doi.org/10.1093/brain/86.4.747
Stuss, D. T., Ely, P., Hugenholtz, H., Richard, M. T., LaRochelle, S., Poirier, C. A., & Bell, I. (1985). Subtle Neuropsychological Deficits in Patients with Good Recovery after Closed Head Injury. Neurosurgery, 17(1), 41–47. https://doi.org/10.1227/00006123-198507000-00007
Walker, A. E., & Blumer, D. (1975). The Localization of Sex in the Brain. Cerebral Localization, , 184–199. https://doi.org/10.1007/978-3-642-66204-1_15
Warren, J. M., & Akert, K. (1964). The frontal granular cortex and behavior. New York, V.S: McGraw Hill.
Zulch, K. J., Creutzfeldt, O., & Galbraith, G. C. (1977). Cerebral Localisation. Psychological Medicine, 6(04), 686. https://doi.org/10.1017/s0033291700018596