Geheugenproblemen
Het geheugen wordt gevormd door afzonderlijke processen en systemen, opgebouwd uit neurale structuren.
Herinneringen liggen niet opgeslagen op één plek in de hersenen en zijn ook niet gelijk verdeeld over alle hersengebieden.
Het is dan ook logisch dat als er meerdere hersengebieden moeten samenwerken, dat moeizamer kan gaan als er hersenletsel is ontstaan in een van de gebieden.
Om te onthouden moeten aandacht en waarneming op een optimaal niveau werken. Als er geen optimale samenwerking is verliest de persoon in kwestie de juiste informatie over wat er gebeurd is.
Hoe vaker iets herhaald wordt, hoe meer informatie onthouden kan worden.
Daarom herinneren mensen beter als foto's of memobriefjes die opgeplakt zijn, regelmatig bekeken worden.
Om iets bewust te herinneren helpt het als er iets bijzonders gebeurt of bijzondere kenmerken opvielen.
Nieuwe informatie onthouden kost na het oplopen van hersenletsel vaak veel meer tijd dan voorheen en informatie blijft vaak niet goed hangen.
Dit heeft meestal te maken met aandachtsproblemen en mentale traagheid. Daarnaast kan het opdiepen van informatie uit het geheugen moeilijker gaan.
Het gebeurt regelmatig dat iemand met hersenletsel belangrijke informatie vergeet en 'gewone' dingen wel onthoudt. Dat heeft niet te maken met het zogenaamde 'selectieve geheugen'.
Het vergeten wordt niet expres zo gedaan. Het heeft er alles mee te maken of iemand op het moment dat informatie onthouden MOEST worden, alert, overbelast of moe was. Als het brein al bezig was met andere zaken, kan het niet tegelijkertijd informatie 'wegschrijven' naar het werkgeheugen of langetermijngeheugen.
Het niet kunnen inprenten kan ook te maken hebben met letsel in de hippocampus of men andere hersengebieden die betrokken zijn bij het onthouden. (Zie onze speciale pagina).
Tekst loopt door onder de afbeelding.
Specifieke geheugenproblemen komen ook na hersenletsel voor; bijvoorbeeld dat mensen na een beschadiging bepaalde voorwerpen niet meer herkennen (agnosie) of zich bepaalde gezichten niet meer kunnen herinneren (prosopagnosie).
Inmiddels is bekend dat door het oefenen met allerlei geheugenspelletjes nauwelijks iets in het dagelijks leven verandert.
Door het gebrek aan generalisatie (het overbrengen van trainingseffecten in de oefensituatie naar het dagelijks leven), moeten de trainingen altijd gericht worden op datgene dat men graag wil leren.
Het vergeten van boodschappen, het kwijtraken van sleutels, het vergeten van afspraken, enzovoort, kan daarom niet worden opgelost door kaartspelletjes en computertrainingen.
Geheugentrainingen hebben dus niet het effect dat het geheugen verbetert. Het is niet zo dat je automatisch beter gaat onthouden na een geheugentraining. Je leert door allerlei geheugentrucjes om dingen beter te onthouden (strategietraining/compensatietraining).
De meeste geheugentrainingen komen neer op de volgende zaken: meer aandacht, meer tijd, meer herhaling, meer verbanden (leren) leggen, meer in beelden leren denken (visuele ondersteuning) en beter en meer organiseren:
- Aandacht
- Tijd
- Herhaling
- Associëren of koppelen (verbanden leggen, ezelsbruggetjes maken, grappige kenmerken koppelen om een naam te onthouden)
- Visualiseren (plaatjes koppelen in je geheugen; plaatje in je hoofd vormen aan een woord)
- Organiseren
Meerdere oorzaken
Moeite met het geheugen of moeite om gezichten of voorwerpen te herinneren, (herkennen), komt veel voor na hersenletsel. Het kan komen door meerdere oorzaken:
- problemen met opslaan van informatie.
- niet meer (goed) kunnen oproepen van opgeslagen informatie.
- letsel in het gebied waar herkenning van voorwerpen zit = agnosie Lees meer...
- letsel in het gebied waar herkenning van gezichten zit = prosopagnosie Lees meer....
- CVI moeite met herkennen van voorwerpen, gezichten en wisselden scherp zien. Dit is dus geen geheugenprobleem maar kan voor de buitenstaanders wel zo overkomen.
- verminderde aandacht en concentratie , dat geeft dat mensen zich slechter en minder lang op informatie kunnen richten.
- vertraagde snelheid van informatieverwerking, dat geeft dat iets minder goed wordt opgeslagen in het geheugen.
- vermoeidheid dat een rol speelt bij het minder goed kunnen opslaan van informatie.
- het opvullen van 'gaten' in het geheugen door wat het meest logisch lijkt voor de persoon door problemen met het korte termijn geheugen. Het wordt ook wel confabuleren genoemd. Dit wordt niet bewust gedaan en de persoon liegt niet, hij /zij is overtuigd van de waarheid. Het kan een enorme woordenstrijd opleveren als de omgeving de persoon op de onjuistheden wil wijzen.
- déjà vu, het gevoel dat iets al eerder gezien is of eerder meegemaakt is.
Hersenscans tonen aan dat de frontale gebieden van het brein onze herinneringen controleren en signalen versturen wanneer een herinneringsfout optreedt. Normaal gesproken zorgt de hippocampus, het gedeelte van de hersenen voor herinneringen. Zo’n herinneringsfout is een conflict tussen dat wat we echt hebben ervaren en dat waarvan we slechts denken dat we het hebben ervaren.
Niet op één plek in de hersenen
Het geheugen bevindt zich niet op één plek in de hersenen. Bij het geheugen zijn veel gebieden betrokken:
- De hippocampus
- De temporale kwab
- De onderste delen van de frontale kwab schors
- Het limbische systeem met name de amygdala
- Perirhinale cortex
- Basale ganglia
- Sensorische gebieden, waar alle informatie van zintuigen verwerkt worden.
Het geheugen heeft een speciale manier voor het opslaan van angstige herinneringen. Daar hebben we een speciale pagina over gemaakt. Klik hier om die pagina te lezen.
Lees meer over de verschillende geheugens, zoals lange termijn geheugen, korte termijn geheugen en 'het gat' in het geheugen.
Hoe omgaan met korte termijn geheugen problemen?
Het mooiste is als je er als gezin of vriendengroep samen zonder enige afwijzing en soms met humor over korte termijn-geheugen problemen kunt praten.
Iedereen zal willen voorkomen dat diegene met het probleem in het korte termijn geheugen zich dom of afgewezen gaat voelen. Corrigeren geeft al gauw een gevoel van falen. Belangrijk is het bieden van ordening en structuur.
Maak het, als dat kan, bespreekbaar en leg uit dat er veel hersengebieden bij betrokken zijn bij het onthouden. Zie de pagina over het geheugen.
Het zou fijn zijn dat als je iets dubbel vertelt iemand met een vooraf afgesproken handgebaar, jou even attendeert dat je het dubbel vertelt.
Scheelt veel energie.
Voor de familieleden en vrienden: humor maar vooral begrip zijn belangrijk in dit alles. Laat iemand niet afgaan. Zet iemand niet te kijk of corrigeer overdadig. Een kleine hint waar mogelijk is helpend.
Maak er geen misbruik van ;)
Iemand vertelde ons: "het ergste is het feit dat je iemand moet vertrouwen als hij/zij zegt dat dat jou verteld is (paar dagen geleden) en je het zelf totaal niet herinnert. Als je dan gaat denken dat iemand je van alles wijs kan maken omdat jij het niet meer weet dan wordt je super wantrouwig en dat moet je niet willen. Ook dit moet je bespreekbaar maken".
Dit toont eens te meer dat onzekerheid, wantrouwen, faalangst kunnen optreden als neveneffect van een beschadigd geheugen. De omgeving zal daar zeer attent op moeten zijn, om dat niet te versterken.
Een goede site over geheugentraining is van neuropsycholoog Feri Kovács. Klik hier: