Taal- en spraakproblemen
Taal- en spraakproblemen komen heel vaak voor na hersenletsel. Het begrijpen van taal en goed kunnen spreken is erg belangrijk voor ons contact met anderen. Wanneer hier iets mis mee is heeft dat vaak een enorme impact op iemands leven.
Het begrijpen en spreken van taal is heel complex. Veel hersengebieden zijn er bij betrokken. Om deze reden zien we vaak problemen met taal na hersenletsel. Soms heel subtiel en onopvallend. Maar soms hebben de taal- en spraakproblemen een enorme impact.
Problemen met taal en spraak staan ook vaak niet op zichzelf. Er kunnen er daarnaast ook andere problemen zijn bijvoorbeeld met emoties.
Bij taal- en spraakproblemen zul je al snel de term afasie tegen komen. Het schema hieronder geeft meer uitleg over de verschillende soorten afasie en hoe die samenhangen.
In het menu vind je meer informatie over verschillende soorten taal- en spraakproblemen.
- Afasie receptieve afasie (sensorische of Wernicke's afasie)
- Afasie expressieve afasie (motorische of Broca afasie)
- Dysartrie moeite met articuleren
- Spraakapraxie moeite met doelbewust spreken
- Pragmatische taalstoornis (moeite met taal aanpassen, teveel praten of van hak op tak etc.)
- Taal letterlijk nemen
- Woordvindingsproblemen
- Buitenlandsaccentsyndroom FAS
- Luisteren kan intens vermoeiend zijn
- Akinetisch mutisme, niet meer spreken of verminderd spreken

10 tips voor goede communicatie met iemand met een taal- of spraakstoornis
- Geef de tijd!
- Maak oogcontact tijdens het luisteren en praten
- Vermijd het onderbreken en invullen van woorden
- Praat om de beurt en slechte één tegelijk
- Stel één vraag tegelijk
- Gebruik korte zinnen
- Praat rustig maar op een natuurlijke manier
- Voel je vrij om lichaamstaal te gebruiken, zoals duimen omhoog en duim omlaag
- Zorg ervoor dat je begrijpt wat de persoon zegt
- Wees respectvol.