S-T-U
S
Sensibiliteitsstoornis is een gevoelsstoornis.
Slaapmiddelen slaapmiddelen werken maar tijdelijk en iemand raakt snel aan het gebruik ervan gewend. Als ze langer worden gebruikt, werken ze steeds minder waardoor iemand steeds meer slaapmiddelen nodig heeft om te kunnen slapen. Dit wordt tolerantie genoemd. Daarnaast kan iemand verslaafd raken aan het gebruik van slaapmiddelen. Door de afhankelijkheid van deze middelen is slapen zonder slaapmiddelen dan niet meer mogelijk en voelt men zich niet meer prettig zonder. Hoe langer iemand slaapmiddelen gebruikt, hoe moeilijker het wordt ermee te stoppen. Tolerantie voor en afhankelijkheid van slaapmiddelen kunnen al binnen een paar weken optreden.
|
Slikstoornissen
|
Cognitieve functies zijn de mentale activiteiten die zorgen voor bewustzijn, begrip, intelligentie, concentratie, oriëntatie, voorstelling, zelfwaarneming, probleemoplossend vermogen, beslissingsvermogen en geheugen.
De verschillende cognitieve functies zijn onderverdeeld in drie categorieën. Dit zijn basiscognitie, metacognitie en sociale cognitie. Sociale cognitie gaat over hoe mensen zichzelf en anderen waarnemen, hoe zij deze waarnemingen uitleggen en welke gevolgen dit heeft voor hun eigen gedrag en dat van anderen. Sociale cognitieve functies beschrijven niet alleen wat mensen denken en voelen en hoe ze zich gedragen, maar zoekt vooral naar de reden van dit alles. Sociale cognitie omvat emotie , praktische taalvaardigheden en empathie . |
Spasme Krachtige, onwillekeurige samentrekking van een spier of spiergroep. -- Spasticiteit Onwillekeurige samentrekking of permanente samentrekking van spieren, optredend door verlies van remmende (inhiberende) invloed van zenuwbanen van de hersenschors naar de hersenstam en het ruggenmerg, waardoor ontremming van reflexmechanismen ontstaat. Treedt op bij centrale verlammingen (paralysen of paresen) en kan zeer hinderlijk zijn. -- |
Subarachnoïdale bloedingen (vaak afgekort als SAB) is een bloeding rond of in de hersenen onder het spinnenwebvlies(arachnoidea). Meestal treden deze bloedingen op vanuit een aneurysma (abnormale verwijding in een deel van het vaatstelsel)van een slagader die onder de hersenen loopt. Iemand voelt een 'knapje'en de 'ergste hoofdpijn ooit'.Een subarachnoïdale bloeding is een medisch spoedgeval. Sterftekans is groot.
Subdurale bloedingen een bloeding die ontstaat tussen het harde hersenvlies en het spinnenwebvlies. In deze ruimte lopen kleine bloedvaatjes die kunnen scheuren als gevolg van een schedeltrauma. Dit leidt tot het ontstaan van een hematoom (bloeduitstorting). Dit hematoom kan door zijn groei druk uitoefenen op de onderliggende hersenen. Met als gevolg dat de bloedvoorziening bekneld wordt, wat leidt tot uitvalsverschijnselen.
Syndroom van Wernicke /Korsakov een ernstige vorm van hersenschade, die gekenmerkt wordt door geheugenstoornissen. De oorzaak van het syndroom van Korsakov is een ernstig vitamine B1-tekort, dat ontstaat bij langdurig alcoholgebruik in combinatie met slechte voeding. Ook kan de lever zo beschadigd raken dat deze de vitamine B1 (ook thiamine genoemd) niet meer kan omzetten. |
T |
|||
Taal: en hersenen Mensen hebben twee hersenhelften. Bij de geboorte zijn beide helften gelijk. Als mensen ouder worden gaan de hersenhelften zich specialiseren in bepaalde functies.
Bij rechtshandige mensen is de linker hersenhelft de dominante hersenhelft. In de dominante hersenhelft zit het bewuste taalgebruik opgeslagen. Ook in de niet-dominante hersenhelft zit een taalgebied. Daar zijn de volgende zaken opgeslagen: onbewuste taal, de eerste geleerde woordjes, zinnetjes en het automatische taalgebruik. Bijvoorbeeld kinderliedjes, gebeden en krachttermen. Taaldominante hersenhelft De hersengebieden voor spraak, het centrum van Broca en het centrum van Wernicke, bevinden zich in de taaldominante hersenhelft (hemisfeer); bij ongeveer 95% van de bevolking is dit de linkerhersenhelft.
|
|||
Taalstoornis: afasie Bij mensen met afasie is het gebruik van de taal verstoord. Ze kunnen niet meer normaal spreken, schrijven en lezen. Ook begrijpen ze slecht wat anderen zeggen. Hoe het taalvermogen is aangetast, verschilt per persoon. Sommige mensen met afasie kunnen geen woord uitbrengen. Anderen praten honderduit, maar zijn niet te volgen. Weer anderen kunnen alleen niet zo goed op het juiste woord komen.
Er zijn vier hoofdvormen: globale afasie, Wernicke-afasie, Broca-afasie, amnestische afasie. Thrombus zie trombus zie trombose bloedstolsel
|
|||
TIA Afkorting voor transient ischemic attack (Eng.); kort durende stoornis in de bloedvoorziening in een veelal klein gebied van de hersenen. In het algemeen acht men deze TIA's een gevolg van afsluiten van kleine bloedvaten door micro-bloedstolsels.
Trombus bloedstolsel in een bloedvat. Bloedstolsel dat zich vormt op en vastzit aan de beschadigde binnenzijde van een bloedvat (endotheel) en aldus trombose veroorzaakt; zie ook embolus /embolie. (Bij embolie raakt het bloedpropje los en schiet door naar de longen, het hart of de hersenen. Het bloedpropje noemt men dan embolus). Trombose Ook in de bloedvaten kan het bloed stollen. Er komen dan bloedpropjes in de bloedvaten. Dit heet trombose. Zonder behandeling kan trombose twee soorten problemen geven:
UUitdroging ontstaat als er veel vocht verloren gaat of als er te weinig vocht wordt ingenomen. Dit gaat vaak samen. Vochtverlies kan optreden door: braken en diarree, veel zweten door koorts, extreme hitte of overmatige lichamelijke inspanning, brandwonden of andere grote open wonden, veel plassen bij een ontregelde suikerziekte of diabetes insipidus, of door het gebruik van plasmiddelen. Bij mensen die niet genoeg vocht innemen, kunnen snel uitdrogen. Dit komt bijvoorbeeld voor als het dorstmechanisme niet goed werkt (bij ouderen), als mensen misselijk zijn en overgeven of als zij afhankelijk zijn van anderen (baby’s, zieken). Verschijnselen: donkere urine en minder plassen -dorstgevoel- droge mond en lippen - duizeligheid (bij opstaan) of neiging tot flauwvallen - hoofdpijn - snelle ademhaling - slaperigheid of prikkelbaar - verwardheid - sufheid tot coma - diepliggende ogen - koude, klamme of zelfs blauwe handen en voeten - hartritmestoornissen - spierkrampen. Specifiek bij jonge kinderen kan daarbij nog optreden: - huilen zonder tranen - ingezakte fontanel - inactief zijn, slecht drinken - huidplooien die blijven staan als deze worden opgepakt tussen duim en wijsvinger.
Uremische encefalopathie is een algemene term voor degeneratieve veranderingen in de hersenen, zonder dat micro-organismen een rol spelen. Bij ernstige aandoeningen van de lever (cirrose) of nieren kunnen bepaalde afbraakproducten in de bloedcirculatie terechtkomen. De belangrijkste ziekteverschijnselen zijn: diffuus niet of minder functioneren van de hersenen met meerdere onzichtbare gevolgen, soms stupor (sterke vermindering of totale opheffing van het bewustzijn en de cognitieve functies. Dit gaat gepaard met onbeweeglijkheid van het lichaam) en coma. |