Zichtbare en niet-zichtbare gevolgen
Hersenletsel kan verschillende soorten gevolgen hebben. In veel gevallen kan schade /letsel in een specifiek hersengebied in verband worden gebracht met bepaalde gevolgen. Hersenletsel heeft ook gevolgen voor de partner, ouders, kinderen, broers zussen, familie, en vrienden. De gevolgen spelen een rol op elk levensgebied zowel privé, als op het werk, voor de vrije tijd en op het toekomstperspectief.
Over het algemeen wordt er een onderscheid gemaakt tussen twee soorten gevolgen: de zichtbare en de niet-zichtbare gevolgen na hersenletsel. De zichtbare gevolgen zijn gevolgen die vaak het makkelijkst worden opgemerkt, vooral ook door de omgeving.
Niet-zichtbare gevolgen (of: onzichtbare gevolgen) zijn niet direct zichtbaar voor de buitenwereld. Hier gaat het vaak om gevolgen in de cognitie, emoties en gedrag. Niet-zichtbare gevolgen worden vaak slecht begrepen door de buitenwereld. Het kan lang duren voordat mensen in de omgeving begrijpen dat een verandering in denken, gedrag of emotie een gevolg van hersenletsel is. Dit kan zowel door de omgeving als door de persoon met hersenletsel tot onbegrip en frustratie leiden. Voor de persoon met letsel kan het ook lastig zijn om zijn/haar eigen onzichtbare gevolgen te begrijpen. Het kan een tijd (soms jaren) duren voordat iemand weet dat iets door het hersenletsel komt, vervolgens passende hulp vindt en er over kan praten met de omgeving.
Hersenletsel is één van de meest ingrijpende letsels. Want de hersenen dat zijn wijzelf. Na het hersenletsel krijgt niemand een routekaart of navigatiesysteem mee hoe je nieuwe leven weer verder kunt leven. Alles is veranderd. Het kan lijken op één grote puzzel die je opnieuw moet gaan leggen, tot je 2.0 versie. Doordat de hersenen zo chronisch overbelast kunnen zijn, ervaren veel mensen met hersenletsel dat ze sneller emotioneel zijn of zelfs sneller boos. Karaktertrekken kunnen versterkt worden zowel ten goede als in het negatieve. Zie ook de pagina over de revalidatiearts vertelt.
Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende gevolgen die mógelijk ervaren kúnnen worden na hersenletsel, onderverdeeld in zichtbare en niet-zichtbare gevolgen. Wanneer deze klacht onderstreept is, dan linkt deze door naar een pagina waar u meer in detail over deze specifieke klacht kunt lezen.
Zichtbare gevolgen
Lichamelijk/Mobiliteit: Het kunnen uitvoeren, coördineren en plannen van bewegingen.
- Halfzijdige verlamming (linkszijdig of rechtszijdig)
- Krachtverlies (hemiparese)
- Krampen in ledematen
- Spasticiteit en spasmen
- Parkinsonisme
- Bewegingsstoornissen Op de landingspagina bewegingsstoornissen/motorische problemen benoemen, en linken we naar, alle problemen met bewegen (motoriek) Stoornis in het evenwicht
- Evenwichtsstoornissen, duizeligheid en evenwicht
- Stoornis in de proprioceptie (positiezin- hoe je lichaam of een lichaamsonderdeel zich bevindt ten opzichte van iets)
- Ataxie - Coördinatiestoornis
- Apraxie; moeite met plannen en uitvoeren van bewegingen
- Slikstoornis (dysfagie) doordat de keel en tongspieren niet goed worden aangestuurd.
Andere lichamelijke aandoeningen: Soms resulteert hersenletsel in het ontstaan van andere specifieke lichamelijke aandoeningen. Hieronder een aantal gevolgen die kunnen ontstaan na hersenletsel.
- Epilepsie (soms niet-zichtbaar)
- Coma en bewustzijnsdalingen
- Hoge hersendruk, hersenoedeem (soms niet-zichtbaar)
- Stoornissen van de functie van blaas en darmen (incontinentie) (soms niet-zichtbaar)
- Hormonale veranderingen (soms niet zichtbaar) (pijnappelklier/epifyse, hypofyse, (Acromegalie, Addisoncrisis) hypothalamus)
- Dysautonomie /POTS (soms niet-zichtbaar) doordat de autonome zenuwen niet goed werken.
= Bloeddruk en hartslag ontregeling.
Niet zichtbare-gevolgen
Zintuiglijke (sensorische) gevolgen: Dit betreffen gevolgen die het zicht, gehoor, tastzin, temperatuur, smaak en geur aangaan.
- Visuele gevolgen bij hersenletsel; problemen met het zien
- CVI - cerebrale visusstoornissen; wisselend scherp zien en niet alles registreren wat je ziet
- Hemianopsie; gezichtsvelduitval
- Zintuiglijke functiestoornissen (reuk, smaak, zien, gehoor)
- Te veel /te luid horen; hyperacusis en geluidoverprikkeling
- Auditieve verwerkingsstoornis
- Tinnitus, oorsuizen
- Stoornissen in temperatuur regulatie; iemand kan niet goed meer het verschil voelen tussen warm(er) of kou(der). De lichaamstemperatuur kan niet goed meer geregeld worden of er is warmte-intolerantie
- Stoornissen in de tastzin (gnostische sensibiliteit bestaat uit fijne tastzin, vibratiezin, drukwaarneming en proprioceptie.)
- Neglect (hemispatieel neglect) (lichaams-)delen niet waarnemen, niet bewust zijn van bijvoorbeeld de linkerkant van het lichaam.
- Agnosie; moeite met herkennen van gezichten of het herkennen van voorwerpen of geluid
- Prosopagnosie; geen gezichten herkennen
- Overprikkeling van de zintuigen
- Plotsdoofheid.
Problemen met communicatie: Communicatie problemen kunnen zich op veel verschillende manieren manifesteren. Zo hebben sommige mensen problemen met praten en het formuleren van woorden, terwijl anderen juist problemen ervaren met het begrijpen van taal. Ook kunnen cognitieve problemen zoals ‘vertraagde informatieverwerking’ problemen geven met communicatie. Het kan bijvoorbeeld lastig zijn om iemand die erg snel praat goed te kunnen volgen.
- Afasie dysartrie en spraakapraxie (moeite met spreken, verstaan, begrijpen, letterlijk nemen van taal, spraak - en articulatiestoornissen)
- Letterlijk nemen van taal
- Pragmatische taalstoornis
- Woordvindingsproblemen
- Foreign Accent Syndroom; buitenlands accent syndroom
- Snel afgeleid zijn
- Niet kunnen onthouden wat een ander zegt (werkgeheugen of vertraagde informatieverwerking)
- Luisteren kan belastend zijn
- Vermoeidheid te moe zijn om informatie op te nemen,
- Moeite met een drukke omgeving,
- Intonatieverschillen en emotie niet opmerken of juist de emotie niet kunnen tonen.
- Doofheid door hersenletsel.
Cognitieve gevolgen: Met cognitie bedoelen we processen die nodig zijn om te kunnen nadenken. Cognitie bestaat uit heel veel verschillende functies. Enkele voorbeelden zijn het onthouden van informatie, aandacht en concentratie en planning en organisatie. Cognitieve functies hebben we nodig bij bijna alles wat we in ons dagelijks leven doen.
- Het Geheugen
- Aandacht en Concentratie
- Executieve functies bijvoorbeeld planning, werkgeheugen, emotie reguleren, aandacht volhouden, moeite met het oplossen van problemen.
- Disharmonisch profiel (verschil in verbale vermogens en uitvoerende / executieve functies)
- Tijdsbesef stoornis; veranderd tijdsbesef; niet goed tijd kunnen inschatten of niet meer weten welk dagdeel het is.
- Vertraagde informatieverwerking.
- Verminderde reactiesnelheid.
- Persevereren; niet kunnen stoppen met een gedachte, handeling, beweging, praten over werk of hobby, of vastzitten in een bepaalde emotie.
- Niet snel kunnen schakelen van het ene onderwerp of actie naar het andere. Bijvoorbeeld bij een onverwachts telefoontje niet kunnen schakelen van de eigen gedachten naar het onderwerp van de beller. Veel mensen met letsel vinden daarom onverwachts opgebeld worden niet prettig.
- Problemen met de oriëntatie.
- Dyscalculie; Problemen met rekenen, cijfers, getallen of hoeveelheden. (Verworven dyscalculie /acalculie)
- Verminderd of geen ziekte inzicht (Anosognosie) kan veroorzaakt worden doordat de signalen van het lichaam de hersenen niet goed bereiken en iemand niet beseft wat de gevolgen van het hersenletsel zijn. Ook kan dat komen door dat iemand met hersenletsel zelf vaak niet inschatten kan hoe ver de invloed van het letsel reikt. Veel onzichtbare klachten komen mettertijd pas aan het licht.
- Moeite met generaliseren; niet kunnen toepassen van het geleerde in andere situatie.
- Verminderd vermogen of onvermogen de eigen grenzen aan te voelen, en kan deze niet of niet goed aangeven aan anderen.
- Cognitieve overprikkeling waarbij iemand een 'vol' hoofd gevoel heeft, moe wordt en hoofdpijn kan krijgen. Cognitieve overprikkeling houdt in dat alles wat met het denken en leren en onthouden te maken heeft overprikkeld kan zijn. Eigen gedachten, wat er gezegd wordt, wat je moet onthouden, een te volle agenda, taken snel moeten doen, twee dingen tegelijk doen, het tempo waarin je informatie moet verwerken en de hoeveelheid informatie die je aangeboden krijgt kunnen uiterst vermoeiend en zelfs ziekmakend zijn. Dit kan leiden tot een situatie waarin de ernst van de overprikkeling wordt onderschat door zorgprofessionals die onvoldoende getraind zijn hierop alert te zijn
© Bron onderzoek overprikkeling bij niet aangeboren hersenletsel en Onze enquêtes 2016 Alle tekst valt onder copyrightbeleid! Licenties zijn altijd bespreekbaar© We willen gráág helpen met tekst voor uw website!
Emotionele- en gedragsveranderingen: Emotionele- en gedragsveranderingen kunnen enerzijds een rechtstreeks gevolg zijn van het letsel in de hersenen. Anderzijds kunnen emotionele gevolgen ook ontstaan door de traumatische impact van het hersenletsel. Ook kan de emotionele impact van het ervaren van beperkingen, als gevolg van het hersenletsel bijdragen aan veranderingen in emoties.
Het besef wat verloren gegaan, het besef dat iemand niet alles meer kan, of bijna helemaal niets meer, kan gevoelens van rouw veroorzaken. Lees meer op de volgende pagina over rouw en levend verlies of over rouwverwerking door hersenletsel.
- Apathie (initiatiefvermindering /emotionele vervlakking)
- Prikkelbaarheid (geagiteerd gedrag, irritatie/woede-uitbarstingen /agressie)
- Stemmingsveranderingen (depressie / somberheid)
- Ontremd gedrag
- Verminderd vermogen om situaties te beoordelen en /of minder kritisch kunnen denken (mogelijk door frontaalsyndroom)
- Libidoverandering
- Decorumafname; niet meer goed aanvoelen of iets gepast is om te zeggen (kan mogelijk te maken hebben met onder andere het frontaalsyndroom of met dementie en meer).
- Risico zoekend gedrag
- Grenzeloos gedrag
- Dwanglachen / huilen PBA
- Tranen die snel vloeien
- Toename emotionele gevoeligheid, sneller geëmotioneerd
- Mildere karaktertrekken dan voor het letsel, vriendelijker
- Eerlijker
- Empathie afname
- Veranderd gevoel voor humor of letterlijk nemen van taal
- Moeite met relativeren
- Verminderd of geen ziekte inzicht (Anosognosie) Gestoord ziektebesef / ziekte inzicht /verminderd zien wat echt niet meer gaat.
- Verminderd zelfinzicht. Iemand met hersenletsel kan zelf vaak niet inschatten hoe ver de invloed van het letsel reikt. Laat staan dat goed aan anderen uitleggen.
- Egocentriciteit in alle gradaties; meer op jezelf gericht zijn
- Veranderingen in persoonlijkheid
- Post traumatische stressstoornis (PTSS)
- Persevereren. Niet kunnen stopen met een handeling, gedachte e.d.
- Verminderde stressbestendigheid
- Veranderde intimiteit /seksualiteit
- Veranderde relaties
- Veranderde vriendschappen.
Algemene niet-zichtbare gevolgen
Soms zijn de gevolgen die ervaren worden heel algemeen en kunnen ze niet precies in een categorie worden ondergebracht. Deze gevolgen kunnen indirect heel veel van de bovengenoemde specifieke functies beïnvloeden en daarmee dus een grote impact hebben op iemands dagelijks leven.
- Vermoeidheid
- Overprikkeling kan zintuiglijk als cognitief van aard zijn.
- Hoofdpijn
- CSAS en slaapstoornissen (CSAS is slaapapneu veroorzaakt door hersenletsel)
Tot slot: Er is niet één hersenletsel gelijk aan een andere
Voor iedereen zijn de gevolgen verschillend. Sommigen hebben één klacht, anderen meerdere. De expressie ervan kan zeer verschillen in de tijd. Er is vaak sprake van een combinatie van letsel en overgebleven vaardigheden, overgebleven kennis en begrip (intelligentie), denkvermogen (cognitie), gedrag en persoonlijkheid.
Er zijn zoveel gradaties in hersenletsel dat je nooit kan vergelijken.
Soms is het rouwen om wat niet meer gaat, en soms is het goed te beseffen wat je nog kan. Lotgenotencontact kan soms helpen om dat laatste goed te realiseren.

