Woordvindingsproblemen

Wie kent het niet ...even zoeken naar het juiste woord...Dit komt ook bij gezonde mensen voor, maar bij mensen met hersenletsel te vaak naar hun zin.

Je hoeft géén afasie te hebben om toch moeite te hebben met het vinden van het woord of ze komen niet uit de woorden. Soms weet je alleen de klank, of de beginletter, of zie je het in gedachten voor je maar hoe het heet??


In een ander geval is dat spraakapraxie: Letters worden omgedraaid in een woord of iemand begint te haperen of kan niet goed starten met spreken. Er wordt gezocht in de articulatie naar welke kant de spieren van mond en kaak op moeten.
Op deze pagina beperken we ons alleen tot het niet kúnnen vinden van het juiste woord.

 

Woordvindingsproblemen kunnen zich op verschillende manieren openbaren maar één kenmerk is algemeen: Het bedoelde woord is wel in het brein van de persoon aanwezig maar wordt niet gevonden. Soms is er een totale woordverspreking.
Niet op iemands naam kunnen komen maar wel enkele letters uit die naam herinneren, kan ook onder woordvindingsproblemen vallen.

Doorgaans gaat het om een tijdelijk afgesloten zijn van de toegang tot het woord. Het zoeken naar een woord is uiterst vermoeiend.

Soms is dat confronterend en kunnen mensen zich generen dat het gebeurt. Andere mensen met hersenletsel kunnen hartelijk om een woordverspreking lachen.

De verschillende woordvindingsproblemen

  • Het doelwoord wordt niet gevonden.
  • Het juiste woord wordt niet bereikt; wel merkt de spreker dat er andere woorden te binnen schieten.

Dit alles heeft met verschillende schade op andere plekken in het brein te maken.

  • Soms lijkt wel de klank of beginletter van het woord gevonden te worden.
  • Soms lijkt een ander synoniem gevonden te worden.
  • Soms lijkt er een heel ander woord gevonden te worden.
  • Soms denkt de spreker in 'plaatjes'; ziet het woord visueel voor zich maar omschrijft dat verkeerd.
  • De persoon vergist zich tijdens het daadwerkelijke praten en vervangt het bedoelde woord door een ander dat er op één van de zojuist beschreven manieren op lijkt.
  • Soms wordt er ter plekke een nieuw woord bedacht om zich uit een situatie te redden.



In de afbeelding hieronder een nieuw bedacht woord: blauw en rood samen wordt bloot.
Bes en aardbei = bij. De herkenbare klanken zitten erin. De spreker zal zich òf schamen òf mee lachen òf het niet eens opmerken.

BLOTEBIJEN-1.jpg

Spraakapraxie en woordvindingsproblemen kunnen ook bij periodes van overprikkeling of grote vermoeidheid na hersenletsel optreden. Dat hoeft niet verontrustend te zijn. Het trekt weer weg als de overprikkeling of moeheid afzakt.

Nieuw onderzoek wijst uit dat over het hele brein woordbegrippen verspreid liggen. Woorden met meerdere betekenissen liggen ook op verschillende plekken in het brein. Daardoor kan het ook langer duren voordat een woord geïnterpreteerd is, of gevonden is. Lees meer..

Via Facebook kregen wij woordversprekingen toegezonden:

-Ik zocht in de drogisterij naar maandverband maar kwam niet op het woord en toen vroeg ik om de vloerbedekkinkjes.

 

- Afstandsbediening = harderzetding

- Ventilator = windwapper

-Ik wil nu even niet ballen. In plaats van ik wil nu even niet babbelen.

-Gelefeerd i.p.v gefeliciteerd, Balvoet i.p.v Voetbal

 

- Dat ding met treden waarop je naar boven loopt. Hoe moeilijk is het om “trap” te zeggen?

 

-Gelukkig kent mijn lieve man na 7 jaar mijn eigen nieuwe NAH- woordenboek :
Ik vroeg laatst of hij een ....krokodil .....bij de boontjes wilde. Prima...zei hij lekker een kotelet!! 

 

-Heel herkenbaar. Maar als ik echt moe wordt ga ik vaak andere dingen zeggen dan dat ik bedoel. Bijv. ga ff een stukje fietsen. Wordt dan ga ff een stukje vissen. Hoe dat kan ik heb geen flauw idee.


-Ik steek mijn boodschappen in de kelder ... Klopt zou je denken he? Ware het niet dat mijn kelder dus achterin mijn auto zit. 
En wat dacht je van een Boskutje in de plaats van een buskotje.


-Klokhuis heet cockpit.

-Expositieruimte voor wachtkamer bijvoorbeeld maar heel vaak zeg ik gewoon zo'n dinges .

 

-Postzegelhuisje, funny kroketten, stapeltjesworst, steenleeuw en ga zo maar door Ik moet er zelf wel om lachen en mijn gezin is er inmiddels wel aan gewend. Moet dus zijn brievenbus, kip Nuggets, wortelstampot en neushoorn.

 

-Zo zei ik laatst; die lopen uit hun naad te zweten. Toen ik bedoelde; die lopen uit hun neus te vreten. Het viel niemand op, maar voor mezelf even erg confronterend..

 

- Telefoongesprekken zijn zo lastig!
Haperingen, niet bbbbbbbeggginnnen en andere woorden zoeken!

- Soms is het te gek dus laten we er maar mee lachen 😜 Enkele voorbeelden Voorruit (voor bril), Nagelbijter (voor nageltang), witte vlaai (voor schnitzel).

- Mijn vrouw weet als ik het 's ochtends over gourmet heb dat ik havermout bedoel. Verder bestaat de dag voor ons als één groot raadspel wat hij bedoelt.

- Nachtkastje i.p.v. dashboardkastje, boerderij ipv borduurwerk enz enz.

- Hagel...? Harde regen...!

- Ik zei laatst: ik kom uit Oostenrijk (i.p.v. Overijssel...).  Vaak is dan de beginletter, de klank, goed. Maar komt er vervolgens iets heel anders uit. Hoe vermoeider ik ben, hoe meer ik haper.

 

- Ik omschrijf vaak wat ik bedoel. Bijvoorbeeld "dat ding waar de was inzit" alcohol vrije koffie. Dat moet cafeïne vrije koffie zijn...hihi

-Snippers sluffelen ....... hilarisch hahaha.

 

-Helaas herkenbaar. Weet ook vaak niet meer hoe je een woord uitspreekt. Ook de schrijfwijze van woorden geeft bij mij vaak problemen.

-Ik draai ook nog woorden om of tik ze in spiegelbeeld daarom lees ik altijd na voordat ik het verstuur.

 

-Gebeurt me vaak.
Valt me op therapie vaak op, en persoonlijk heel erg, dat ik t fijn vind, als mensen dan helpen zoeken naar woord of zin.
Bij stotteren werd altijd geadviseerd dit niet te doen, mij bekend....???!

- Slingerlamp ipv Zwaailicht

- Weegschaal: een kilo-meter

- Alluliniumfolie.....

- Koetsduif = koerduif

 

- Ik zeg verrekijker voor koptelefoon, maar direct merk ik mijn verspreking op. Zelfde bij theezakjes en ik bedoel rijstzakjes.
Raar...

 

-Laatst heb ik ook een compleet ander woord gebruikt dan ik wou zeggen, dat leverde helaas wat irritaties op bij iemand die ik graag mag en een uitbrander volgde. Vervelend verschijnsel is dat.

-Ik kan heel goed eenzaam zijn, zei ik. Ik bedoelde: 'Ik kan heel goed alleen zijn, ik kan heel goed tegen het alleen zijn'. 

 

- Ik zou iets bakken, zocht alles af naar de spijlendraaier, man snapte me niet. Om eieren te klutsen.

- Boshukje(bushokje), bakkat (kattenbak) was draai ding (wasmachine) of de namen van de kinderen door elkaar halen zelfs helemaal gehusseld met letters.

- Haha ik zag een aalscholver op een paal, maar zag ook een reiger...Het woord werd paalzweiger

-Zuigsysteem is een rietje...

Linguïstische niveaus van taalproblemen

Er zijn zogenaamde linguïstische niveaus waarop taalproblemen zich kunnen voordoen:

Verbale en non-verbale semantiek: niveau dat gericht is op verbale en non-verbale betekenisaspecten en- relaties

Fonologie: niveau van de klanken

Morfologie: niveau van de opbouw van woorden

Syntaxis: niveau van de opbouw van zinnen

Pragmatiek: niveau gericht op de achterliggende communicatieve waarde van een boodschap.

Verschillende taaltests

Met tests als de 'PALPA' en de 'SAT' zijn stoornissen in het taalverwerkingsproces op woord- en klankniveau te onderzoeken.
Met 'WETZ' kan worden uitgezocht of de stoornis zit in het oproepen van werkwoorden of in het vervoegen of verplaatsen van de werkwoorden in een zin.

Voor de professional; stadia van taalverwerkingsproces

  • auditieve analyse,
  • auditief input lexicon,
  • semantiek,
  • visuele analyse,
  • visueel input lexicon,
  • fonologisch outputlexicon,
  • foneemniveau,
  • grafemisch outputlexicon,
  • grafeemniveau,
  • grafeem-foneem-conversie
  • foneem-grafeem-conversie.

Bronnen:
Hersenletsel-uitleg

Bastiaanse, R., Bosje, M. & Franssen, M. (1996) Deficit-oriented treatment of word-finding problems: Another replication. Aphasiology, 10, 363-383.

Ellis, A.W. & Young, A. W. (1988). Human Cognitive Neuropsychology. Hove: Lawrence Erlbaum.

Faber-Feiken, J.F. & Links P. J. (2002). Linguïstisch georiënteerde therapie. In: Peters, H. F. M., Bastiaanse, R., Borsel. J. van, Dejonckere, P.H.O., Jansonius-Schultheiss, K. Meulen, Sj. van der & Mondelaers, B.J.E. (red.). Handboek stem-, spraak-, taalpathologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum