Tjistske (*1965) : SAB en hoogbegaafd

NAH en HB èn HSP = een uitdagende combi

 

Moeiteloos leren

Mijn schooltijd verliep vrij soepel: ik paste me makkelijk aan en hield me een beetje onder de radar. Ik haalde zevens en achten, met af en toe een uitschieter naar boven of beneden. Altijd al enorm leergierig geweest. Zodra mijn werk af was, mocht ik iets voor mezelf doen. Het resultaat? Ik had in een mum van tijd de hele schoolbibliotheek uitgelezen.
Achteraf bleek dat ik omringd was door gelijkgestemde zielen. We spraken er toen niet over, maar al mijn lagere schoolvriendinnen bleken later ook VWO te hebben gedaan. Uiteindelijk heb ik, met bijna een 8 gemiddeld, het Atheneum afgesloten toen ik de exacte vakken liet vallen.

Eigenlijk wilde ik treinmachinist worden, maar dat bleek niet te kunnen. Met VWO ben je te hoog geschoold.
Mijn tweede keuze was de lerarenopleiding. Mijn eerste lerares Engels, en de leraar Duits als groot voorbeeld. Ik ging er vol enthousiasme in, met het idee dat iedereen net zo graag zou willen leren als ik. In de praktijk viel dat helaas wat tegen. Toch heb ik doorgezet en mijn studie afgerond, met diploma’s in Engels en Duits – vaardigheden die altijd van pas komen. Als eerste van mijn jaargang studeerde ik af. Vervolgens verstuurde ik stapels sollicitaties, maar een baan bleef uit.

 

Altijd op zoek naar afleiding en een nieuwe uitdaging

Mijn loopbaan begon als datatypiste bij een transportbedrijf, maar al snel kwam er meer op mijn pad. Zodra het papierwerk om 9 uur klaar was en de chauffeurs vertrokken, werd me gevraagd om wat ‘restjes’ weg te brengen. Dat groeide uit tot het behalen van het groot rijbewijs, en voordat ik het wist, was ik 30 jaar beroepschauffeur. Van pakketjes naar verf, en de laatste 13 jaar op de betonmixer – dit werk had alles! Elke dag was anders, zonder vaste planning, van de ene bijzondere locatie naar de andere, door het hele land.

Ik genoot intens van de diversiteit: de landschappen, bouwstijlen, en de transformaties op bouwplaatsen – een kerk die een school werd, of een school die verbouwd werd tot appartementencomplex. Ook de reconstructie van knooppunt A1 <> A6 mocht ik van dichtbij meemaken. Samen iets bouwen gaf een enorm gevoel van voldoening. Het voelde alsof ik constant deelnam aan een levende geschiedenis- en aardrijkskundeles, die ik thuis verder uitpluisde op Google. Ik voelde me helemaal in mijn element.

Toch viel ik wel een beetje buiten de groep. In de schafttijd zat ik met een cursusboek op het stuur, en op de bouwplaats met een breiwerkje – altijd op zoek naar nieuwe dingen om te leren of te doen.
‘s Winters, op zondagmiddag, verruilde ik mijn werkplunje voor nette kleding en stond ik als gastvrouw in een kunstmuseum. Wanneer het kon, blies ik de stof uit mijn saxofoon bij de lokale harmonie. Ik hield van afwisseling en uitdaging, en vond altijd manieren om mezelf te vermaken of te blijven groeien, vooral als het werk te eentonig dreigde te worden.

 

 

Nieuwe baan zoeken
Maar na je vijftigste red je het vaak niet meer met slechts zes uurtjes slaap, hoe leuk het leven ook is. Dus ging ik op zoek naar iets anders. Voor de coronatijd waren overuren in de transportsector nog standaard: 40 uur werken was parttime. Na 20 jaar elders wilde ik graag terug naar Fryslân.
Toen kwam ik een vacature tegen voor koster in Grou: centraal gelegen, een dienstwoning erbij, en slechts 45 meter woon-werkverkeer! Het ging om 18 uur per week, maar behalve de zondagochtend was er geen vaste structuur in de uren.

 In 2021 konden er door de pandemie nog veel dingen niet, maar op mijn vrije maandagen had ik een ‘vaste’ invalbaan op de betonmixer. Het beste van twee werelden, dacht ik. Helaas duurde dit avontuur nog geen vier maanden.

 

Subarachnoïdale bloeding (SAB)

Ik had nog niet eens alle verhuisdozen uitgepakt toen mijn werkdag abrupt eindigde met een SAB. Geen heel dramatische symptomen, maar wel een onvoorstelbaar-knallende hoofdpijn en een stijve nek. De huisarts schreef alleen Naproxen voor. Daarmee heb ik nog vijf dagen rondgelopen en doorgewerkt, totdat het echt niet meer ging. Als mijn vriend niet tussentijds was langsgekomen omdat hij mijn stem niet vertrouwde, was ik er waarschijnlijk niet meer geweest.

 Wat volgde, waren drie weken in het UMCG, een VP-shunt (* vanwege hydrocefalie) en een weekje in het MCL.  Na vier dagen op een drukke vierpersoonskamer werd ik helemaal gèk van de prikkels. Met mijn rollator ging ik naar buiten, op zoek naar rust in een stil hoekje achter bij de ambulancepost. Toen ik weer kon traplopen mocht ik naar huis en  2-3x in de week afspraken bij de revalidatie in Leeuwarden.

 Ik had geen idee wat er met me aan de hand was, maar achteraf blijkt dat al een voorbode van h-ZZO (ziekmakende zintuiglijke overprikkeling) te zijn geweest. En nee, daar wen je nooit aan. Hoe leg je dat uit aan verpleegkundigen die in sneltreinvaart langs je heen schieten? Zelf begreep ik nauwelijks wat er met me gebeurde. In die stille kamer in het ziekenhuis voelde ik me sterk en capabel – zolang ik op bed bleef liggen of zitten. Gelukkig functioneert mijn 'afdeling Planning' nog wél. Als het maar stil was, kon ik me thuis wel redden: vitrages dicht, een pet op buiten en oordoppen in. Zo vond ik stap voor stap mijn weg terug.

 

Overbelast en NAH-burnout

Langzaam begon ik mijn werk weer op te pakken. Maar een kerkdienst, inclusief alles eromheen, duurt al gauw drie uur. De dag erna was ik compleet uitgeput en niet inzetbaar. Je moet continu schakelen. Trouwerijen kun je voorbereiden, maar rouwdiensten komen vaak onverwacht en vereisen onmiddellijke actie. Het was allemaal nieuw voor me, maar het lukte. Ik bleef dezelfde mensen-mens. Problemen, of ze nu technisch of iets anders waren, zag ik als uitdagingen die opgelost moesten worden. En dat deed ik. Ik leunde op oude kennis en 'geitenpaadjes', creatieve oplossingen, zonder me af te vragen of dat bijzonder was. Maar mijn mentale belastbaarheid bleef achter.

Uiteindelijk was ik terug op 15 van de 18 uur werken, verspreid over zes dagen, vaak in kleine stukjes. Tussendoor zocht ik rust in het tuinieren - de kerktuin was een deel van het werk - hopend mijn hoofd wat stiller te krijgen. Maar de balans was zoek. Slaapmedicatie werd een noodzaak, want slapen lukte niet meer.  En nee dokter, ik heb geen zorgen, maar die radertjes kan ik niet stilzetten.
Dan stuit je op een muur. Hoezó kun je niet nergens aan denken? 

Na twee jaar toch in de WIA, want de kerk wilde toch wel graag iemand die 24/7 oproepbaar was. Dat was hard, want daarmee moest ik ook uit de dienstwoning, waar ik 11 jaar had willen blijven. Waar vind je zo snel een huurhuis? Een Godswonder, letterlijk, dat ik een leuk 55+ huisje in een rustig dorp kreeg toegewezen. En toen kwam de NAH burnout in volle heftigheid. Wederom geen idee wat er gebeurde, maar ik kon letterlijk niet meer op mijn benen staan. Zo moe. Maar ook, dat ik mezelf niet meer kon aansturen.

 Een paar keer zo’n shut-down van je hele lijf, inclusief spijsvertering. Heel beangstigend. De nieuwe huisarts wist het ook niet, bloedonderzoeken etc leverden weinig op. Maar wederom op het juiste moment een oproep van de Revalidatie.

"Hoe gaat het?" "Ik ben terug bij af". Binnen een maand kon ik terugkomen voor een nieuw revalidatietraject. Dit keer mét gesprekken, waarin we konden ontdekken waar ik precies vastliep. "Van welke activiteiten KRIJG je energie?" Helemaal nergens van, zelfs niet van slapen.

De rem erop. PAUZE nemen tussen twee kortdurende bezigheden. Liggen, ogen en gordijnen dicht. Maximaal 1 groot ding in de week, zo eentje die het heel bewust WAARD is om moe van te zijn en waar ik positief op terug kan kijken.


Keuzes maken

Het Wijkorkest is mijn redding, mijn levenslijn, mijn motivatie om in conditie te blijven. Saxofoon spelen lukt niet meer: het trilt te veel in mijn hoofd. Maar de dwarsfluit, die ik 40 jaar geleden ook bespeelde, kon ik zonder moeite weer oppakken. Buitenconcerten gaan prima, maar binnen oefenen in een leeg gebouw is geen optie.

Daarom schuif ik er op het laatste moment tussen, zonder sociale praatjes. Op het laatste moment gaan de oordoppen uit, volledige concentratie aan, en daarna krijg ik vaak een lift naar huis, want zelf autorijden zit er op dat moment niet meer in.

 Autorijden  kan ik normaliter 30-45 minuten volhouden. Alleen bij daglicht. Bij regen/ruitenwissers wordt dat snel minder. Daarna is door alle prikkels de focus weg. En dat doet pijn, vooral omdat ik vroeger beroepschauffeur was. Mijn actieradius eindigt zo’n beetje bij de Fryske grens.
Ik heb zelfs mijn groot rijbewijs teruggekregen – alles waar ze op keuren, werkt nog. Af en toe rij ik nog met de oldtimer van mijn vriend, maar ook dat moet met mate.
Voor werk zal ik echter nooit meer achter het stuur zitten… Al was het alleen al om die CODE95 : in 5 jaar 5 dagen bijscholing, waarvan 1 volle dag praktijk. Voorheen vond ik altijd dat ik daar weinig tot niets leerde, afgezien van ‘Gevaarlijke Stoffen’, nu zou alleen het erbíj zijn, 7 uur lang, al teveel zijn.



Hoogbegaafdheidstest

In december vorig jaar vroeg mijn dochter ineens: “Mam, jij had toch altijd zo’n goed stel hersens?”
Eh, ja, hàd … antwoordde ik. Via de koffietafel en één van de aanwezigen kwam het gesprek op Mensa. (Een vereniging voor hoogbegaafden.)
Voor de grap besloot ik die online quiz eens uit te proberen. Met een beetje extra tijd (ik weet namelijk maar al te goed dat mijn denktempo tegenwoordig wat trager is), bleek mijn score alsnog hoog genoeg voor een uitnodiging voor de echte intake. Dat gaat ‘m niet worden, want reizen is voor mij qua prikkels echt te zwaar. Maar het idee alleen al was leuk. Dus ging ik me er verder in verdiepen. Het was ongelooflijk hoe moeiteloos ik al die kenmerken van hoogbegaafdheid kon afvinken. Wat een herkenning! 

Ik heb veel gehad aan https://hoogbegaafddegids.nl/hoogbegaafddepodcast/
Het is echt een enorme zoektocht naar die flinterdunne scheidslijn tussen overprikkeling en onderprikkeling. Die intrinsieke motivatie om jezelf uit te willen dagen, die onverminderde leerhonger, al blijft het niet meer hangen, het valt haast niet uit te leggen, maar het is zó essentieel!
Vijf talen zitten er nog op afroep in, ik kan nog ingewikkelde teksten lezen en begrijpen, zij het langzaam. Want ‘scimmen’ lukt niet meer, het gaat op voorleestempo.

Ik heb me ouderwets vastgebeten in het WIA bezwaar, inclusief alle medische details en gevolgen, dat was de eerste keer dat mijn hoofd weer “AAN” ging.
Verbazend. En heel fijn! Een stukje van mezelf terug.

Ik ben op 19-7-2021 in één  tel 25 jaar ouder geworden, dat kan ik met ‘goed mijn best doen’ helaas niet terug tellen. En wat ik qua werk in die eerste 1,5 jaar na de hersenbloeding gepresteerd heb, is ook nooit meer teruggekomen…..  Maar ik bèn er nog!

Na een bezwaarprocedure ben ik uiteindelijk een jaar geleden in de WIA terechtgekomen. Het eerste wat ik dacht? “Nu hoef ik me nooit meer te bewijzen!” Ik heb altijd met veel plezier gewerkt, maar toch waren er altijd van die vreemde ‘botsingen’. Het boek “Nooit meer ruzie met je baas” had ik graag eerder willen lezen. Door mijn werk als uitzendkracht kwam ik op allerlei plekken terecht. Ik had soms wel vijf verschillende ‘bazen’ in een week, allemaal met hun eigen eigenaardigheden. Maar het hield me ook scherp: elke dag weer een nieuwe uitdaging, ook al noemde ik het toen niet zo. Variatie, dát was wat ik nodig had.


Vanuit het UMCG heb ik deelgenomen aan de ICONS-studie, een medisch-wetenschappelijk SAB-onderzoek. Hiervoor heb ik, als ik me goed herinner, drie keer een vragenlijst ingevuld over allerlei uiteenlopende onderwerpen. Soms bleef ik veel te lang nadenken over een vraag, of ontbrak naar mijn gevoel het juiste antwoord in de multiple choice opties. En als er een grammaticafout in de vraag zat, twijfelde ik extra: dat kon toch niet het juiste antwoord zijn, ook al leek het verder te kloppen. Te ingewikkeld denken... waar heb ik dat eerder gehoord?


Ik was helemaal in de war van al die kunstjes die je moet doen voor het Neuropsychologisch Onderzoek (NPO). Joh, dat meen je niet, ik zit toch niet op de kleuterschool, hoe dom denk je dat ik ben? Naderhand werd er uitgelegd wàt ze daaraan kunnen zien, en toen ik het voor de revalidatie nog een keer moest doen, ging het stukken beter. Niet het resultaat, want stuk=stuk. Maar het feit dat ik wist waarom ze die dingen wilden weten. Top down denken dus.

Een legendarisch moment is de test met 'de route door de dierentuin' (de Dierentuin plattegrondtest zie nawoord *2). Ik week af van de aangegeven route, omdat ik in mijn verbeelding nog even langs de kleine dieren wilde gaan. “Ik had de stokstaartjes nog niet gezien.”
Ik zag het zó beeldend voor me. Maar dat moet je dan later ook uitleggen, want zo iemand hadden ze nog niet gehad, die nodeloos van de route afwijkt. Later werd dat een gevleugelde uitdrukking:
We gaan NIET langs de stokstaartjes!, als ik weer eens teveel op  één dag wilde plannen.
BEELDDENKEN, daar was de ergo erg goed in. Want wat wàs ik bang om weer zo’n sliding te maken, zonder dat ik in de gaten had dat ik teveel hooi op mijn vork nam. Dat werd in mijn beelddenken 'een ezeltje dat bungelt aan een stortkar' (Zie afbeelding hieronder). En NEE, dat wil ik niet.
De tip: Kijk achterom, schrijf àlles op in de agenda en vol=vol.

Toen de WIA binnen was en de stress enigszins voorbij, ben ik begonnen met silent cello spelen, dus met een speaker eraan en geen trillingen op mijn lijf. Het is lastig,  spiekbriefjes met kleuren voor de snaren, vingerzetting erbij, lerares met engelengeduld.
En ik kon altijd zó makkelijk leren, het boek  spreekwoordelijk onder het hoofdkussen, 2 banden ADR =  Gevaarlijke Stoffen even in de pauzes in de cabine. 
Als ik kan aanhaken aan oude kennis, lukt het nog steeds redelijk, voor iemand ‘graven’ in een thema blijft leuk. Maar dit is iets totaal nieuws. Uiteindelijk lukt het, na een maand pakte ik de cello weer op, en het stuk waarmee ik toen aan het stoeien was. Het is nog geen MUZIEK, maar het is wèl blijven hangen. En ik kan een beetje ‘fiedelen’, proberen een wijsje uit mijn hoofd te spelen, weten waar de tonen en grepen zitten. Maar de grepen + de namen + plek op de notenbalk, die 3 tegelijk, dat lukt nòg niet. De lerares van dit jaar doet het ‘klassieker’, bv een betere houding.
DIT IS LEUK ! Pure brein fitness.


Die ICONS-vragenlijst https://www.researchprotocols.org/2022/9/e38190 had ik graag nog een keer willen invullen, want na 2 jaar was ik op een dieptepunt, na 4 jaar geef ik mijn leven echt wel die 8 die het altijd geweest is. Al mis ik wèl de emoties van vroeger, nooit meer uitschieters, ik kabbel wat door het leven, een 5½ is afgerond een mager zesje, maar dat YESS gevoel, of janken bij een mooi muziekstuk, dat was óók een deel van mij….
Hoe dan ook: “My music pulls me through!”

Tjitske

Nawoord van Hersenletsel-uitleg

*1) We citeren de kenmerken en definitie van hoogbegaafdheid van Menses:

Naast een hoge algemene intelligentie is er ook een aantal karakterkenmerken van hoogbegaafdheid. Veel hoogbegaafden kunnen niet alleen sneller denken en meer onthouden, maar hebben een andere manier van leren, een andere manier van problemen benaderen en zij houden zich bezig met andere ideeën (Sternberg en Davidson, 1985).
'Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Hij of zij schept plezier in creëren'. (M. Kooijman, 2007)

*2) Zoo Map Test (Dierentuin plattegrondtest van het neuropsychologisch onderzoek/ NPO) wordt gebruikt om uitvoerende (executieve) functies te beoordelen: Deelnemers ontvangen een plattegrond van een dierentuin en krijgen de opdracht zich in te beelden hoe ze een reeks specifieke locaties binnen het park zouden bezoeken. Hierbij moeten ze rekening houden met een aantal regels die beperkingen opleggen aan de volgorde, waarin deze locaties bezocht kunnen worden. In een gedeelte van de test ontstaat er een uitdaging: het volgen van de opgegeven volgorde leidt tot fouten. Dit is bedoeld om het initiatief en de planningsvaardigheden van de deelnemer te beoordelen.

*3) Lees ook onze informatie over de moeiten en uitdagingen die mensen met hersenletsel en hoogbegaafdheid tegen kunnen komen.