Afasie,  dysartrie en spraakapraxie

 

Afasie is een taalstoornis veroorzaakt door hersenletsel waardoor de communicatie wordt belemmerd. (a=niet, fasie=spreken) Afasie is géén spraakstoornis.

 

Het één zeggen, het andere bedoelen: voor mensen met afasie is dit dagelijkse realiteit. Dat betekent dus dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil.
Er is een probleem met het begrijpen en produceren van de taal. Ofwel mensen kunnen niet meer bij hun taal komen komen- niet de woorden gebruiken- of begrijpen de taal niet zo goed.

Iemand kan de taal minder goed gebruiken dan voorheen.
Geen twee mensen met afasie zijn precies gelijk, afasie is bij iedereen anders.

 

Waardoor krijg je afasie?

Afasie komt meestal na een bloeding in de linkerhersenhelft, want daar zit bij 90 % van de mensheid het taalgebied.

Toch blijkt de plaats van het letsel lijkt minder bepalend te zijn dan vroeger werd gedacht.

 

Classificering wordt niet meer gedaan, wel wordt gekeken naar welke stoornissen en beperkingen er zijn.
Nieuw onderzoek wijst uit dat woordbetekenissen over het hele brein verspreid liggen...lees meer over brein en taal.

 

De termen Broca afasie (moeilijk spreken, taalgebruik) en Wernicke afasie (verstoord taalbegrip ook in luisteren en lezen) worden minder gebruikt dan voorheen omdat er vaak een mengbeeld is; de Globale afasie

 

Schade in het gebied van Broca

/motorisch spraakcentrum

deel.jpg

Mensen met hersenletsel met deze stoornis hebben zowel problemen met spontane spraak als het nazeggen van woorden of zinnen.

  • De spraak is vaak haperend en stoterig.
  • Zoeken naar woorden of naar een beginletter
  • Zijn zich bewust van de eigen afasie, en dat is frustrerend.
  • Zinnen zijn in telegramstijl. Kort en kortste versie.
  • Korte zinnen van de ander worden goed begrepen.
  • Letters in een woord worden wel eens per ongeluk verwisseld.

 

Ook hebben zij moeite met het begrijpen van grammaticale aspecten van taal: ook wel agrammatisme genoemd.

 

Dit blijkt niet alleen uit taalexpressie, maar ook uit het begrijpen van zinnen. Zo zal het zinnetje 'de jongen at het koekje' minder problemen opleveren dan de meer complexe zin 'de jongen werd door het meisje geschopt'.

De tweede zin is lastiger, omdat hier de structuur van de zin bepaalt dat niet de jongen maar het meisje de schop uitdeelt. Als de patiënt gevraagd wordt deze zin na te zeggen, zal hij waarschijnlijk zeggen: 'jongen schopt meisje'.

 

Schade in het gebied van Wernicke

/sensorisch spraakcentrum

Het deel van de hersenen dat een rol speelt bij het begrijpen van taal  is vernoemd naar de ontdekker Carl Wernicke .

  

deelw.jpg

Dit gebied wordt ook wel het sensorisch spraakcentrum genoemd.

 

Aandoeningen of beschadigingen in het centrum van Wernicke kunnen leiden tot dyslexie en sensorische afasie.

 

De gesproken taal van Wernickepatiënten klinkt doorgaans vloeiend, maar mist betekenis. Het centrum van Wernicke ligt doorgaans in de linker temporale kwab van de hersenen.

Hoe uit afasie zich?

Afasie is bij iedereen anders. De ernst en omvang van afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid.

  • Sommige mensen met afasie kunnen wel goed taal begrijpen, maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met het bouwen van zinnen.
  • Sommige mensen met afasie draaien letters om van een woord. Zie bijvoorbeeld hier in het filmpje. Klik hier
  • Anderen spreken juist wel veel, maar wat zij zeggen is voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen; deze mensen hebben vaak grote problemen met het begrijpen van taal.

 

Het taalvermogen van de meeste mensen met afasie bevindt zich ergens tussen deze twee uitersten. Let wel: iemand met afasie beschikt over het algemeen over zijn volledige intellectuele capaciteiten!

 

Is herstel mogelijk?

Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal.
Zelden of nooit is dat herstel volledig.

 

Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen. Zie o.a het filmpje hieronder van René Franssen 2, onderaan deze pagina. (Zie ook zijn eigen pagina op deze website).

 

Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist. Een logopedist geeft onder andere taaltherapie.

Bij deze therapie staat het weer kunnen communiceren voorop. Bij de verbetering van de communicatie kan de gesprekspartner hulp bieden.

De behandelend logopedist kan hiervoor aanwijzingen geven. Daarnaast besteedt de logopedist aandacht aan lezen en schrijven.

 

Begrijp iemand met afasie me? 

Uit onderzoek bleek dat mensen met afasie in het algemeen, ongeacht zwaarte of aard van afasie, moeite hebben met het begrijpen van gesproken taal.
Ongeacht hun intelligentie.

In het gunstigste geval heeft iemand alleen meer tijd nodig om een gesproken zin te begrijpen.

Regelmatig gebeurt het dat men er van uit gaat dat de persoon met afasie alles begrepen heeft terwijl die in werkelijkheid misschien slechts de helft goed begrepen heeft. bron jenny palm

 

Woordvindingsproblemen

Woordvindingsproblemen kunnen zich op verschillende manieren openbaren maar één kenmerk is algemeen:

Het bedoelde woord is wel in het brein van de persoon aanwezig maar wordt niet gevonden.

Doorgaans gaat het om een tijdelijk afgesloten zijn van de toegang.
Nieuw onderzoek wijst uit dat over het hele brein woordbegrippen verspreid liggen. Woorden met meerdere betekenissen liggen ook op verschillende plekken in het brein. Daardoor kan het ook langer duren voordat een woord geïnterpreteerd is, of gevonden is. Lees meer..

 

De verschillende woordvindingsproblemen

  • Het doelwoord wordt niet gevonden.
  • Het juiste woord wordt niet bereikt; wel merkt de spreker dat er andere woorden te binnen schieten. Dit alles heeft met verschillende schade op andere plekken in het brein te maken.

 

          Soms lijkt wel de klank van het woord gevonden te worden.

          Soms lijkt een ander synoniem gevonden te worden

          Soms lijkt er een heel ander woord gevonden te worden

 

  • De persoon vergist zich tijdens het daadwerkelijke praten en vervangt het bedoelde woord door een ander dat er op één van de zojuist beschreven manieren op lijkt.

 

Spraakapraxie

Spraakapraxie is een taalprobleem met doelbewust spreken.

Mensen die dit hebben beginnen soms te haperen of kunnen niet goed starten met spreken.

Er wordt gezocht in de articulatie naar welke kant de spieren van mond en kaak opmoeten. 

Soms worden klanken niet goed uitgesproken, waardoor de verstaanbaarheid minder wordt. bron UMCG centrum voor revalidatie

 http://www.youtube.com/watch?v=9tBQhYLIKeM&feature=youtu.be spraakapraxie-1.jpg

Zie filmpje met logopdeiste Judith Feiken klik hier.

In dit filmpje wordt ook het verschil goed uitgelegd tussen afasie, spraakapraxie en dysartrie.

 

Bij alle ingewikkelde handelingen die wij uitvoeren (aankleden, scheren, lopen, fietsen, spreken enzovoorts) gebruiken onze hersenen vaste schema’s.

Door deze schema’s weten wij in welke volgorde wij een handeling moeten uitvoeren.

Dankzij deze schema’s hoeven wij niet na te denken bij de handelingen die wij uitvoeren.

Wij kunnen fietsen en praten tegelijk, ons aankleden en naar de radio luisteren, omdat wij niet iedere keer opnieuw hoeven te bedenken hoe we die handelingen moeten uitvoeren.

Bij een verbale apraxie kan het schema voor het programmeren van de spraak niet meer goed worden gebruikt. De spieren werken dus nog goed maar het aansturen hiervan geeft problemen.

Het meest opvallende kenmerk bij verbale apraxie is dat het bewust spreken gestoord is terwijl het automatisch spreken beter verloopt.

Het zijn hierbij niet altijd dezelfde woorden of klanken die problemen geven. De persoon met een verbale apraxie worstelt om het woord juist uit te spreken. bron AVN

 

Dysartrie

Letterlijk betekent dysartrie: moeilijk kunnen articuleren. Dit kan voorkomen door coördinatieproblemen of spierverlammingen rond de mond.

Dysartrie kan als symptoom optreden bij bepaalde neuro-logische aandoeningen, zoals bijvoorbeeld een Cerebro Vasculair Accident (CVA, beter bekend als beroerte), een hersentumor, een hersenbeschadiging als gevolg van een (verkeers)ongeluk, of een ziekte, zoals Multiple Sclerose (MS), de ziekte van Parkinson en Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS).

Een dysartrie kan plotseling ontstaan (bijvoorbeeld na een beroerte) of geleidelijk, in het geval van een progressieve ziekte.

Door de hersenaandoening kunnen de spieren die nodig zijn voor de articulatie worden aangedaan. Er kan een verlamming, minder kracht of verminderde coördinatie ontstaan.

De spieren van lippen, tong, gehemelte en stembanden kunnen niet meer goed worden gebruikt. Het spreken wordt onduidelijk, monotoon, nasaal en de stemgeving is zwak.

Men spreekt met onregelmatige pauzes. Kortom, er is weinig controle bij het spreken.

Kenmerken dysartrie

 

  • Onduidelijke tot onverstaanbare spraak
  • Verandering in het spreektempo: iemand gaat steeds sneller praten of spreekt juist erg langzaam en slepend
  • Eentonige spraak: alles wordt op één toon gezegd en woorden in een zin krijgen onvoldoende of geen klemtoon
  • Te hoog of te laag stemgeluid
  • De stem kan hees klinken of heel erg zacht zijn
  • Oppervlakkige en krachteloze adem-haling of juist heel hoorbaar in- en uitademen
  • Het ongewild herhalen van letter-grepen, woorddelen of zinsdelen

      (niet te verwarren met stotteren)

  • De spraak kan haperend klinken door het los van elkaar uitspreken van lettergrepen of de lettergrepen kunnen juist te veel in elkaar overvloeien.

 

Bij iedere persoon verschilt de ernst van de dysartrie en welke kenmerken op de voorgrond staan. Dit is afhankelijk van de plaats en de grootte van het hersenletsel.

(bron AVN)

 

Vormen van afasie uitgelegd:

Halverwege (na 3,35 minuut) wordt in onderstaand filmpje door Judith Feiken het verschil uitgelegd tussen Afasie , dysarthrie en spraakapraxie:  (Zie je geen filmpje? Klik hier om de video te zien)

Filmpjes over Afasie

Hulpmiddelen voor mensen met Afasie

Lees meer op subpagina...

Computersoftware en Apps voor mensen met Afasie

Lees meer op subpagina...

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen

o.a. Afasie Vereniging Nederland, UMCG centrum voor revalidatie Logopedie, Omgaan met hersenletsel- Palm, M.T. Banich (2004). Cognitive Neuroscience and Neuropsychology. 2e editie. Houghton Mifflin Cie en J.B.M. Kuks, J.W. Snoek, H.J.G.H. Oosterhuis. Klinische Neurologie 15e druk, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2003, ISBN 90-313-4028-6 National Aphasia Association, NIH/National Institute of Neurological Disorders and Stroke
hersenletsel-uitleg.nl