TIA = Transient Ischemic Attack

 

Een TIA is een miniberoerte. Bij een TIA is de bloedtoevoer naar de hersenen verstoord. Een bloedvat in de hersenen is tijdelijk afgesloten. Hierdoor krijgt een gedeelte van de hersenen even geen zuurstof en voeding. Dit leidt tot uitval. Iemand met een TIA kan een hangende mondhoek hebben. Slecht praten (niet op woorden kunnen komen, vreemde taal uitslaan etc). Soms kan iemand zijn/haar arm niet bewegen. Dit is vergelijkbaar met de uitval zoals die kan ontstaan na een herseninfarct of beroerte.

 

Bij een TIA is deze uitval tijdelijk. Deze uitval duurt meestal minder dan 15 minuten. De neurologische symptomen verdwijnen binnen 24 uur (het 24-uurs criterium). Bij een beroerte duren de symptomen langer of kan er permanente uitval zijn. Sommige patiënten ervaren echter wel langetermijnproblemen van een TIA.

De ernst van een TIA wordt vaak onderschat, maar toch is het wel degelijk gevaarlijk. Vaak volgt er een herseninfarct in de periode na de TIA. Eén op de tien TIA patiënten krijgt binnen 3 maanden een herseninfarctDe TIA kan dus een voorbode zijn van iets ernstigers.

Een TIA moet daarom dus gezien worden als een waarschuwing; een medisch noodgeval.

Medisch noodgeval!

Blijf er niet mee rondlopen, maar neem contact op met een arts. Ook als de symptomen al weer voorbij zijn. Door contact op te nemen met een arts kan het risico op een ernstige beroerte verkleind worden. 

 

Als je denkt dat iemand een TIA of een beroerte heeft, vraag dan of de persoon zijn arm omhoog wil tillen. Vraag of hij /zij de tanden wil laten zien of iets wil zeggen. Lukt dit niet, dan kun je het beste het alarmnummer draaien.
Het is niet mogelijk om op het moment van de symptomen het onderscheid te maken tussen een beroerte/CVA en een TIA. Daarom is het net als bij een CVA belangrijk om zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te komen.

Symptomen

De volgende symptomen zijn alarmerend:

  • Plotselinge verlamming of gevoelsstoornissen van arm, been of gelaat.

  • Plotselinge verwardheid, moeite om te spreken of moeite om mensen te begrijpen.

  • Plotseling (gedeeltelijk) gezichtsverlies of blindheid aan één of beide ogen.

  • Plotseling dubbelzien, gezichtsveld uitval (bijvoorbeeld een deel niet zien)

  • Plotselinge moeite met lopen, (draai-)duizeligheid of evenwichtsstoornissen.

  • Plotselinge zeer erge hoofdpijn.

Voor een complete lijst van mogelijke symptomen klik op deze link.

Behandeling TIA

De arts kan inzetten op een behandeling die kan helpen voorkomen dat er later een beroerte optreedt zoals bijvoorbeeld stollingwerende medicijnen. In sommige gevallen kan een behandeling van een vernauwde halsslagader volgen. Ook kunnen er door aanpassingen in de leefstijl risicofactoren voor een TIA verkleind worden. (denk aan gezonde voeding, niet roken, geen alcoholgebruik).

Lees meer...over een herseninfarct.

Klachten na die 24 uur na een TIA kunnen aanhouden

Bij een TIA houden de neurologische symptomen korter aan dan 24 uur aan. Desondanks ervaren veel mensen toch nog restsymptomen die langer aanhouden dan 24 uur. Zo heeft ongeveer een derde van de mensen met een TIA last van milde cognitieve symptomen. Denk bijvoorbeeld aan problemen met executieve functies, werkgeheugen, aandacht en snelheid van informatieverwerking. Een NPO (neuropsychologisch onderzoek) kan meer duidelijkheid geven over deze klachten.

Andere veel voorkomende klachten na een TIA zijn vermoeidheid, angsten, klachten door de emotionele impact en stemmingsklachten zoals depressieve klachten.
Een enkele onderzoeker toonde aan dat na een TIA, problemen van visuele aard bestaan (*1)
, of moeite met spraak (*2) naast (halfzijdige) fysieke zwakte (*1) en vermoeidheid en afname van kwaliteit van leven (*3 *4).

Hersenscans en TIA

Zoals we hierboven beschreven kunnen er symptomen zijn die langer dan 24 uur aanhouden. Deze symptomen zijn het gevolg van kleine verstoringen in de hersenstructuur. De huidige hersenscans die standaard in het ziekenhuis gebruikt worden, zijn niet altijd gevoelig genoeg om die restsymptomen in beeld te brengen. Dat er geen uitval/schade op de scan is te zien, betekent dus niet dat er geen restsymptomen kunnen optreden.

Lees er meer over in dit artikel via deze link.

Oorzaken en risicofactoren TIA:

  • slagaderverkalking
  • hartritmestoornissen
  • ontstekingen van de bloedvaten (vasculitis)
  • hoge bloeddruk 
  • te weinig bewegen (minder dan 30 minuten per dag)
  • verhoogd cholesterolgehalte in het bloed
  • diabetes (suikerziekte)
  • roken
  • meer dan twee glazen per dag alcoholgebruik
  • drugsgebruik (in het heden of verleden (onder andere cocaïne en XTC)
  • familieleden met hart- en vaatziekten (met name broers en zussen)
  • er is een grote kans dat een stolsel in de bloedbaan terechtkomt na een hartinfarct, beschadiging van hartkleppen en vervangen hartkleppen.

Verschil tussen herseninfarct, hersenbloeding en TIA

We hebben een aparte pagina geschreven over  de verschillen tussen een herseninfarct, een hersenbloeding en een TIA.
Hieronder staat een filmpje waar de verschillen worden uitgelegd. Is het filmpje niet zichtbaar? Bekijk het dan op you tube https://youtu.be/Ox53pd9kTv8

 

 

Lees meer:

Bronnen:

*1) Croot EJ, Ryan TW, Read J, et al. Transient ischaemic attack: a qualitative study of the long term consequences for patients. BMC Fam Pract. 2014;15:174. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25359664/

Daffertshofer M, Mielke O, Pullwitt A, Felsenstein M, Hennerici M: Transient ischemic attacks Are more than “ministrokes”. Stroke. 2004, 35: 2453-2458. 10.1161/01.STR.0000144050.90132.8e.

Ernst van een TIA onderschat - UMC Utrecht

What Causes Disability After Transient Ischemic Attack and Minor Stroke? | Stroke (ahajournals.org)

Frontiers | The Impact of Transient Ischemic Attack (TIA) on Brain and Behavior | Behavioral Neuroscience (frontiersin.org) 

Broomfield, N. M., Quinn, T. J., Abdul-Rahim, A. H., Walters, M. R., & Evans, J. J. (2014). Depression and anxiety symptoms post-stroke/TIA: prevalence and associations in cross-sectional data from a regional stroke registry. BMC neurology, 14(1), 1-9.

Eyskens, E., Feenstra, L., Meinders, A. E., Vandenbroucke, J. P., & Van Weel, C. (1997). Codex Medicus (10e ed.). Maarssen, Nederland: Elsevier Gezondheidszorg.

Ganzer, C. A., Barnes, A., Uphold, C., & Jacobs, A. R. (2016). Transient ischemic attack and cognitive impairment: A review. Journal of Neuroscience Nursing, 48(6), 322-327.

*3) Gibson J, Watkins C: People’s experiences of the impact of transient ischaemic attack and its consequences: qualitative study. J Adv Nurs. 2012, 68: 1707-1715. 10.1111/j.1365-2648.2011.05849.x.

Hartwijzer. (z.d.). Geraadpleegd op 20 december 2016, van https://www.hartwijzer.nl/

Hersenletsel-uitleg teamleden, eigen neurologen

Kapoor, A., Scott, C., Lanctot, K. L., Herrmann, N., Murray, B. J., Thorpe, K. E., ... & Swartz, R. H. (2019). Symptoms of depression and cognitive impairment in young adults after stroke/transient ischemic attack. Psychiatry Research, 279, 361-363.

Kuks, J. B. M., Snoek, J. W., Oosterhuis, H. G. J. H., & Fock, J. M. (2003). Klinische neurologie (15e ed.). Hout
en, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Moran, G. M., Fletcher, B., Feltham, M. G., Calvert, M., Sackley, C., & Marshall, T. (2014). Fatigue, psychological and cognitive impairment following transient ischaemic attack and minor stroke: a systematic review. European Journal of Neurology, 21(10), 1258-1267.
*4) Muus I, Petzold M, Ringsberg KC: Health-related quality of life among Danish patients 3 and 12-months after TIA or mild stroke. Scand J Caring Sci. 2010, 24: 211-218. 10.1111/j.1471-6712.2009.00705.x.

NVN - Nederlandse Vereniging voor Neurologie : Home. (z.d.). Geraadpleegd op 20 december 2016, van https://www.neurologie.nl


Radboud UMC https://www.radboudumc.nl/patientenzorg/aandoeningen/herseninfarct-tia/oorzaken-tia-of-herseninfarct
Sorensen, A. G., & Ay, H. (2011). Transient ischemic attack: definition, diagnosis, and risk stratification. Neuroimaging clinics of North America, 21(2), 303–x. https://doi.org/10.1016/j.nic.2011.01.013 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3109304/ 

*2) Spurgeon L, James G, Sackley C. Subjective experiences of transient ischaemic attack: a repertory grid approach. Disabil Rehabil. 2013;35(26):2205–12. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23627532/

Turner GM, McMullan C, Atkins L, Foy R, Mant J, Calvert M. TIA and minor stroke: a qualitative study of long-term impact and experiences of follow-up care. BMC Fam Pract. 2019 Dec 17;20(1):176. doi: 10.1186/s12875-019-1057-x. PMID: 31847828; PMCID: PMC6918619.

van Rooij, F. G., Kessels, R. P., Richard, E., De Leeuw, F. E., & van Dijk, E. J. (2016). Cognitive impairment in transient ischemic attack patients: a systematic review. Cerebrovascular Diseases, 42(1-2), 1-9.
WHO MONICA Project Principal Investigators. The World Health Organization MONICA Project (monitoring trends and determinants in cardiovascular disease): a major international collaboration. J Clin Epidemiol. 1988;41(2):105–114. [PubMed]

Yao J, Wu H, Ma Y, Xie W, Lian X, Chen X. The negative affectivity dimension of Type D personality associated with increased risk for acute ischemic stroke and white matter hyperintensity. J Psychosom Res. 2022 Jun 17;160:110973. doi: 10.1016/j.jpsychores.2022.110973. Epub ahead of print. PMID: 35749831.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35749831/