Algemene info gevolgen
Na hersenletsel kunnen er verschillende soorten klachten ontstaan. Deze klachten kunnen heel gevarieerd van aard zijn. Elk letsel verschilt.
We willen met nadruk stellen dat élk gevolg van hersenletsel neurologisch van aard is; het gevolg is van beschadigingen van de hersenverbindingen in de hersenen. Ook de niet-zichtbare gevolgen van hersenletsel zijn van dus oorsprong neurologisch van aard.
Welke klachten er ontstaan hangt van verschillende factoren af, zoals bijvoorbeeld de aard en de ernst van het hersenletsel. Ook kunnen factoren zoals leeftijd en iemands sociale situatie een rol spelen. Het is soms moeilijk te voorspellen wanneer en waarom iemand bepaalde klachten ervaart en hoelang ze zullen aanhouden.
Mensen kunnen soms erg lang "op de tenen hebben gelopen" om vol te houden voor de link gelegd wordt met een eerder opgelopen letsel. Soms de ene burn-out na de andere..
Niemand krijgt een handleiding bij, bij het letsel wat er aan klachten zullen komen. Sommige mensen overschatten zich tot ze door schade en schande achter een onzichtbaar gevolg komen.
Mensen ervaren ze pas door vallen en opstaan. Geen routekaart, geen gps, geen tom tom in je nieuwe leven met je brein. Het lijkt één grote puzzel die je opnieuw moet gaan leggen - tot je 2.0 versie. Zie ook de pagina over de revalidatiearts vertelt.
Overzicht mogelijke klachten
Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende problemen die mógelijk ervaren kúnnen worden na hersenletsel.
Onder elke sectie vindt u een lijst van meer specifieke klachten. Wanneer deze klacht onderstreept is, betekent dit dat u hierop kunt klikken. U wordt dan naar een pagina gebracht waar u meer in detail over deze specifieke klacht kunt lezen.
Mobiliteit: Het kunnen uitvoeren, coördineren en plannen van bewegingen.
-
Halfzijdige verlamming (linkszijdig of rechtszijdig)
- De verlamming zit aan de andere kant van het letsel behalve bij letsel in de kleine hersenen.
De linkerzijde van de kleine hersenen/ cerebellum controleert de linker lichaamshelft en omgekeerd controleert de rechterzijde de rechter lichaamshelft. Dat heet ipsilateraal. Elke hersenhelft van de grote hersenen (cerebrale hemisfeer) controleert de lichaamshelft aan de andere kant. Dat heet contralateraal.
- De verlamming zit aan de andere kant van het letsel behalve bij letsel in de kleine hersenen.
-
Krampen in ledematen
- Spasticiteit
-
Bewegingsstoornissen (motorische traagheid, onbeweeglijkheid, coördinatie en evenwicht)
- Stoornis in de proprioceptie (positiezin- hoe je lichaam of een lichaamsonderdeel zich bevindt ten opzichte van iets)
-
Apraxie; moeite met plannen en uitvoeren van bewegingen
- Slikstoornis
Sensorische / zintuiglijke: Dit betreffen klachten die het zicht, gehoor, tastzin, smaak en geur aangaan.
-
Zintuiglijke functiestoornissen (reuk, smaak, zien, gehoor)
- Te veel /te luid horen; hyperacusis en geluidoverprikkeling
-
Stoornissen in temperatuur; iemand kan niet goed meer het verschil voelen tussen warm(er) of kou(der). De lichaamstemperatuur kan niet goed meer geregeld worden of er is warmte-intolerantie
- Stoornissen in de tastzin (gnostische sensibiliteit)
-
Neglect (hemispatieel neglect) (lichaams-)delen niet waarnemen, niet bewust zijn van bijvoorbeeld de linkerkant van het lichaam.
-
Agnosie ; moeite met herkennen van gezichten of het herkennen van voorwerpen of geluiden
-
Hemianopsie; gezichtsveld uitval
-
CVI - cerebrale visusstoornissen ; wisselend scherp zien en niet alles registreren wat je ziet
- Prosopagnosie ; geen gezichten herkennen
- Overprikkeling van de zintuigen
- Plotsdoofheid
Communicatie: Communicatie problemen kunnen zich op veel verschillende manieren manifesteren. Zo hebben sommige mensen problemen met praten en het formuleren van woorden, terwijl anderen juist problemen ervaren met het begrijpen van taal. Ook kunnen cognitieve problemen zoals ‘vertraagde informatieverwerking’ problemen geven met communicatie. Zo kan het bijvoorbeeld lastig zijn om iemand die erg snel praat goed te kunnen volgen.
-
Afasie dysartrie en spraakapraxie (moeite met spreken, verstaan, begrijpen, letterlijk nemen van taal, spraak - en articulatiestoornissen)
- Letterlijk nemen van taal
- Pragmatische taalstoornis
- Woordvindingsproblemen
- Foreign Accent Syndroom; buitenlandaccent syndroom
-
Snel afgeleid zijn of niet kunnen onthouden wat een ander zegt
-
Vermoeidheid te moe zijn om informatie op te nemen,
-
Intonatieverschillen en emotie niet opmerken of juist de emotie niet kunnen tonen.
- Doofheid door hersenletsel
- Niet snel kunnen schakelen van het ene onderwerp naar het andere. Bijvoorbeeld bij een onverwachts telefoontje niet kunnen schakelen van de eigen gedachten naar het onderwerp van de beller. Veel mensen met letsel vinden daarom onverwachts opgebeld worden niet prettig.
Cognitief: Met cognitie bedoelen we processen die nodig zijn om te kunnen nadenken. Cognitie bestaat uit heel veel verschillende functies. Enkele voorbeelden zijn het onthouden van informatie, leren van vaardigheden en aandacht. Cognitieve functies hebben we nodig bij bijna alles wat we in ons dagelijks leven doen.
-
Executief disfunctioneren; bijvoorbeeld planning, werkgeheugen, emotie reguleren, aandacht volhouden
-
Neglect (hemispatieel neglect) (lichaams-)delen niet waarnemen, niet bewust zijn van-
-
Desoriëntatie; veranderd besef van persoon, tijd en/of plaats
-
Prosopagnosie; geen gezichten meer herkennen
-
Veranderd tijdsbesef; niet goed tijd kunnen inschatten of niet meer weten welk dagdeel het is
-
Vertraagde informatieverwerking
-
Persevereren; niet kunnen stoppen met een gedachte, handeling, beweging, praten over werk of hobby, of vastzitten in een bepaalde emotie
-
Taal (zie ook communicatie)
-
Overprikkeling ; overprikkeling kan zich ook uiten op het cognitieve vlak. Het is echter een neurologische (zintuiglijk) gevolg van hersenletsel.
Emotioneel: Emotionele veranderingen kunnen enerzijds een rechtstreeks gevolg zijn van het letsel in de hersenen. Anderzijds komen emotionele klachten ook ontstaan door de traumatische impact van het hersenletsel. Ook kan de emotionele impact van het ervaren van beperkingen als gevolg van het hersenletsel bijdragen aan veranderingen in emoties. Ieder letsel verschilt. Niet iedere hersenletselgetroffene verandert in het karakter in negatieve zin.
Sommige mensen met letsel worden milder, zachter.
-
Apathie (initiatiefvermindering /emotionele vervlakking)
-
Prikkelbaarheid (irritatie/woede-uitbarstingen /agressie)
-
Stemmingsveranderingen, bij mensen met hersenletsel is de kans op een depressie vergroot. Ook somberheid komt veel voor.
-
Ontremd gedrag
-
Decorumafname; niet meer goed aanvoelen of iets gepast is om te zeggen
-
Risicozoekend gedrag
- Mildere karaktertrekken dan voor het letsel, vriendelijker
- Eerlijker
-
Empathie afname
-
Veranderd gevoel voor humor of letterlijk nemen van taal
-
Moeite met relativeren
-
Gestoord ziektebesef / ziekte inzicht /verminderd zien wat echt niet meer gaat
-
Egocentriciteit in alle gradaties
- Veranderde vriendschappen
Overige lichamelijke aandoeningen: Soms resulteert hersenletsel in het ontstaan van andere specifieke lichamelijke aandoeningen. Hieronder een aantal klachten die kunnen ontstaan na hersenletsel.
-
CSAS en slaapstoornissen (CSAS is apneu veroorzaakt door hersenletsel)
-
Stoornissen van de functie van blaas en darmen (incontinentie)
- Slikstoornis (dysfagie)
- Hoofdpijn
Algemeen: Soms zijn de klachten die ervaren worden heel algemeen en kunnen ze niet precies in een categorie worden ondergebracht. Deze klachten kunnen indirect heel veel van de bovengenoemde specifieke functies beïnvloeden en daarmee dus een grote impact hebben op iemands dagelijks leven.
-
Overprikkeling kan zintuiglijk als cognitief van aard zijn, 'Hersenletsel-uitleg' heeft aanknopingspunten gevonden wat de oorsprong is van overprikkeling en dat vastgelegd in een nog te publiceren onderzoek.
Er is niet één hersenletsel gelijk aan een andere
Voor iedereen zijn de gevolgen verschillend. Sommigen hebben één klacht, anderen meerdere. De expressie ervan kan zeer verschillen in de tijd. Er is vaak een combinatie van letsel en overgebleven vaardigheden, overgebleven kennis en begrip (intelligentie), denkvermogen (cognitie), gedrag en persoonlijkheid.
Er zijn zoveel gradaties in hersenletsel dat je nooit kan vergelijken.
Soms is het rouwen om wat niet meer gaat, en soms is het goed te beseffen wat je nog kan. Soms helpt lotgenotencontact om dat laatste goed te realiseren.
Overprikkeling....
Overprikkeling is een van de meest voorkomende klachten na hersenletsel. Met overprikkeling wordt bedoeld dat de hersenen prikkels uit de omgeving niet goed kunnen filteren of niet voldoende snel kunnen doorgeven. Deze prikkels kunnen verschillend van aard zijn. Zo kunnen deze prikkels zintuiglijk van aard zijn, zoals beelden of geluiden.
Andere voorbeelden van prikkels zijn de eigen gedachten of het denkwerk in complexe taken. Ondanks dat overprikkeling veel voorkomt, ervaren veel patiënten dat het lastig is om erkenning en begrip voor overprikkelingsklachten te vinden bij dokteren, familie, vrienden en werk.
Een mogelijke reden hiervoor is dat het onduidelijk is wat de oorzaak van overprikkeling is. Zo is er in de meeste gevallen van overprikkeling niet iets op een hersenscan te zien. Dit betekent overprikkeling als klacht minder goed begrepen wordt en weinig tot geen behandelingen voor zijn.
Stichting Hersenletsel-uitleg heeft als doel zich in te zetten voor de erkenning van overprikkeling na hersenletsel. Wij proberen dit door informatie over overprikkeling te geven op voorlichtingsdagen en via deze website. Ook hebben wij ons eigen wetenschappelijk te verantwoorden onderzoek uit opgezet. Lees meer over overprikkeling.