Zwangerschap en complicaties

Verschillende soorten hoge bloeddruk in de zwangerschap

Complicaties van een hoge bloeddruk (hypertensie) in de zwangerschap kunnen tot cognitieproblemen en hersenschade leiden, maar ook kan er trombose ontstaan in én kort na de zwangerschap dat gelinkt is aan de hormonen. Die trombose (bloedstolseltjes) kan leiden tot een herseninfarct; zoals veneuze infarcering (in de aderen van de hersenen) en sinustrombose.

Op deze pagina gaan we dieper in op de verschillende vormen van een hoge bloeddruk in de zwangerschap en de verschillende complicaties die daarbij kunnen ontstaan.

 

De verschillende vormen zijn:

  • Zwangerschapshypertensie: uitsluitend een hoge bloeddruk in de tweede helft van de zwangerschap zonder het verlies van eiwit in de urine;
  • Pre-eclampsie: een hoge bloeddruk met eiwitverlies in de urine in de tweede helft van de zwangerschap. In de volksmond heet het zwangerschapsvergiftiging;
  • Chronische hypertensie: een hoge bloeddruk die al voor de zwangerschap bestond of die in het eerste trimester is ontdekt;
  • Gesuperponeerde pre-eclampsie: een zwangere met chronische hoge bloeddruk die in de tweede helft van de zwangerschap pre-eclampsie ontwikkelt.


Daarnaast kunnen bij alle vrouwen met bovenstaande - maar meestal bij vrouwen met (gesuperponeerde) pre-eclampsie – de volgende complicaties ontstaan:

  • HELLP syndroom: bij dit syndroom worden verschillende organen aangedaan waardoor afbraak van rode bloedcellen ontstaat, leverschade met verhoogde leverenzymen en stollingsproblemen in de vorm van te lage bloedplaatjes;
  • Eclampsie: de hersenen zijn aangedaan door de hoge bloeddruk waardoor insulten of stuiptrekkingen ontstaan en in een enkel geval bewustzijnsverlies.



Horen deze aandoeningen bij elkaar?

Hypertensie (hoge bloeddruk) is de meest voorkomende aandoening in de zwangerschap en kan ernstige gevolgen hebben voor moeder en kind. HELLP syndroom gaat meestal gepaard met pre-eclampsie maar kan ook ontstaan zonder hypertensie.

 

Eclampsie wordt meestal vooraf gegaan door pre-eclampsie, maar het kan zijn dat de pre-eclampsie eerder niet ontdekt was of mild was. Hoe eerder de pre-eclampsie of complicaties ervan in de zwangerschap ontstaan, hoe ernstiger het beloop meestal is.

Alle vormen van zwangerschapscomplicaties kunnen voor, tijdens of na de bevalling ontstaan. Behandeling van elke vorm van pre-eclampsie, HELLP syndroom en eclampsie hoort in een ziekenhuis thuis. De behandeling zal verschillen per aandoening en situatie maar bestaat over het algemeen uit bloeddrukverlagende medicatie, magnesiumsulfaat, longrijpingsmedicatie voor het ongeboren kind en een bevalling.

Elk van de hoge bloeddruk complicaties in de zwangerschap kunnen snel verslechteren en de ziektebeelden verlopen bij iedereen weer anders.

 

Een complicatie die we hier niet bespreken maar in de zwangerschap kan optreden door gestoorde bloedstolling is sinustrombose. Daar hebben we een aparte pagina voor.

Waar staat HELLP syndroom voor?

  • H Hemolysis =afbraak van rode bloedcellen
  • EL Evelated Liver enzymes = verhoogde leverenzymen; gestoorde leverfuncties
  • LP Low Plateles =verlaging van het aantal bloedplaatjes in het lichaam; trombocytopenie.

 

Wat is precies eclampsie?

Wanneer de bloeddruk te hoog wordt, kunnen de hersenvaten de druk niet meer aan en gaan ze vocht lekken in het hersenweefsel, dit heet vorming van oedeem. Als het hersenweefsel te zeer verstoord of verdrukt raakt door dit vocht, uit zich dat in hoofdpijn, wazig zien, vlekken zien, blindheid, misselijkheid en braken en uiteindelijk in stuiptrekkingen zoals bij een epileptisch insult.

 

Deze stuiptrekkingen zijn geen ‘epileptische aanval’, het ziet er alleen hetzelfde uit. Vrouwen kunnen daarbij op de tong bijten en/of urineverlies hebben. Ze kunnen ook bewustzijnsverlies hebben of in coma raken. Vrouwen met eclampsie hebben een verhoogd risico om hierbij ook een hersenbloeding te krijgen.

 

Het ontstaan van vocht in de hersenen (hersenoedeem) bij een verhoogde bloeddruk met stuiptrekkingen kan ook voorkomen bij mensen die niet zwanger zijn. Dan heet het posterior reversible encephalopathy syndrome oftewel PRES.

 

Op een MRI-scan worden afwijkingen gezien in de witte stof van de hersenen, in het gebied van de wandbeenkwab en achterhoofdskwab (pariëto-occipitaalkwab). Encefalopathie betekent letterlijk zieke hersenen. Reversibel betekent dat het een omkeerbaar proces is indien er op tijd behandeld wordt.

 

De symptomen

Klachten passend bij een hoge bloeddruk en HELLP syndroom zijn:

  • aanvankelijk grieperig gevoel
  • vermoeidheid
  • vocht vasthouden /oedeem met name handen en voeten en gezicht en daardoor snelle gewichtstoename
  • bandgevoel (strakke band om buik)
  • misselijkheid en braken
  • concentratieproblemen
  • hoofdpijn
  • problemen met het zien zoals wazig zien, lichtflitsen of vlekken zien
  • hevige pijn in de bovenbuik of onder de borst/maagkuiltje (typerend bij HELLP-syndroom)
  • pijn in de bovenrug of tussen de schouderbladen
  • tintelingen (bijvoorbeeld in de vingers) door het vasthouden van vocht /oedeem
  • weinig plassen/urine ziet er bruinig uit (in een later stadium).

 

Gevolgen van pre-eclampsie, eclampsie en HELLP syndroom op latere leeftijd.

Hersenafwijkingen

Bij vrouwen met een hoge bloeddruk door pre-eclampsie en eclampsie, bleken bij onderzoek kleine afwijkingen voor te komen in de witte stof van de hersenen.

Dit is gevonden op MRI scans enkele jaren na de zwangerschappen met (pre-)eclampsie en/of HELLP syndroom. De vrouwen die eclampsie hadden gehad, hadden meer van deze afwijkingen, vooral als ze meerdere aanvallen van eclampsie hadden gehad.

De vrouwen met pre-eclampsie hadden meer afwijkingen als ze eerder in de zwangerschap al pre-eclampsie kregen. De witte stof afwijkingen bevinden zich voornamelijk in de voorhoofdkwab /frontale hersenkwab. Gevolgd door de wandbeenkwab/ pariëtale lob, insula en de slaapkwab /temporale lob.

 

Deze verspreiding past niet bij de schade die tijdens eclampsie door het vocht ontstaat. De gedachte is dan ook dat het niet komt door de vochtophopingen tijdens eclampsie, maar dat de afwijkingen ontstaan door de hoge bloeddruk (hypertensie) zelf (voor, tijdens en/of na de zwangerschap) en het verhoogde risico van vrouwen met (pre-)eclampsie op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten (zie verderop).

 

Het zijn kleine, blijvende hersenveranderingen die in meerdere omstandigheden voorkomen zoals mensen met ernstige migraine, hypertensie en ouderdom.

In enkele gevallen kan het vocht bij eclampsie of PRES zelf wel voor directe hersenschade zorgen. Er zijn verslagen over patiënten die blijvende blindheid (visuproblemen) of epilepsie ontwikkelen, dit zijn echter zeldzaamheden.

Bij een grote groep vrouwen die eclampsie had doorgemaakt, is het zicht gecontroleerd en was er geen enkele vrouw met blijvende gezichtsveldstoornissen.

 

De witte stof in de hersenen bestaat uit uitlopers van zenuwcellen/hersencellen. Deze hersencellen zelf vormen de grijze stof. De witte kleur komt van het omhulsel van de zenuwuitlopers dat een soort beschermlaag is, bestaande uit myeline. De zenuwuitlopers verzorgen de communicatie tussen de gebieden in de hersenen en tussen het ruggenmerg.

Witte stof afwijkingen worden bij oudere mensen meestal geassocieerd met cognitieve achteruitgang en met het ontwikkelen van dementie. Ook de cognitieve stoornissen zoals gemeld door vrouwen na (pre-)eclampsie zijn geassocieerd met het ontwikkelen van dementie op latere leeftijd. Er is aangetoond dat vrouwen die zwangerschappen hebben gehad met pre-eclampsie een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van vasculaire dementie in vergelijking met vrouwen die ongecompliceerde zwangerschappen hebben doorlopen.

Lange termijn afwijkingen bij de vrouwen

Wat de laatste jaren heel duidelijk is geworden door grootschalig onderzoek, is dat vrouwen die een zwangerschap met (pre-)eclampsie hebben doorgemaakt een sterk verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten op latere leeftijd. Hieronder vallen een hoge bloeddruk, hartinfarcten, herseninfarcten, hersenbloedingen, trombosebeen en longembolie.

Een gezonde leefstijl (roken, geen overgewicht hebben, voldoende sporten en gezond eten) wordt dan ook geadviseerd aan alle vrouwen die een zwangerschap met pre-eclampsie hebben doorgemaakt. Tevens worden ze geadviseerd om jaarlijks hun bloeddruk te controleren bij de huisarts.

 

Cognitieve afwijkingen bij de vrouwen

Als gevolg van deze zwangerschapscomplicaties bestaat er later in het leven een kans dat er cognitieve veranderingen en blijvende hersenveranderingen kunnen ontstaan bij de moeder.

Cognitie omhelst waarnemen, denken, onthouden van kennis en deze kennis op een goede manier toepassen en begrijpen. Geheugenproblemen en concentratieproblemen worden gemeld door deze vrouwen.

Voor veel vrouwen zullen deze problemen in de loop van de tijd vanzelf verdwijnen. Bij een klein deel van de vrouwen blijven deze klachten voor lange tijd bestaan. Naast de geheugen- en concentratiestoornissen, komen ook post traumatisch stress syndroom, (PTSS) en klachten van depressie vaker voor. Dit kan de klachten van geheugen- en concentratieverlies versterken.

 

Ondanks dat vrouwen na eclampsie, pre-eclampsie en HELLP syndroom zelf aangeven problemen te ervaren met geheugen en concentratie, werden bij neurocognitief onderzoek weinig afwijkingen gevonden. Ook is er geen relatie gevonden tussen de witte stof afwijkingen en de mate van cognitieve stoornissen bij deze vrouwen.

In de literatuur zijn wel verslagen van niet-zwangere patiënten met PRES bij wie duidelijke afwijkingen gevonden werden. Het blijkt dat zwangeren met eclampsie op de lange termijn beter herstellen dan niet-zwangeren met PRES. Toch zijn er enkele vrouwen die ernstige problemen ervaren na een gecompliceerde zwangerschap.

 

Ons advies is dan ook dat bij aanhoudende cognitieve klachten een NPO neuropsychologisch onderzoek gedaan zal worden, opdat eerder eventuele hulp geboden kan worden en/of letsel ontdekt wordt. Sommige vrouwen hebben baat bij een revalidatietraject.

 

Gevolgen voor de hersenen van het ongeboren kindje.

Doordat het leven van moeder en kind bij de genoemde zwangerschapscomplicaties op het spel staan, worden de kinderen of eerder geboren of eerder gehaald middels een keizersnede. Ze zijn dan nog niet voldragen.

De hersenen van deze kinderen vertonen voor de zevende maand nog geen windingen of groeven. Na de zevende zwangerschapsmaand wordt het hersenoppervlak fors vergroot met die groeven en windingen.

Onrijpe hersenen bij de geboorte kunnen gevolgen hebben in het hele leven. Het kindje kan zelf ook letsel oplopen door de eclampsie, of het HELLP-syndroom van de moeder.

 Er kán mogelijk sprake zijn van (per kind en per situatie in meer of mindere mate verschillend):

  • achterstand in de hersenontwikkeling
  • zuurstoftekort
  • diffuus letsel
  • cerebrale parese / spasticiteit vaak éénzijdig verhoogde spanning van de spieren/ kramp
  • hersenbloeding door onrijpheid van het vaatstelsel wisselend in ernst soms met halfzijdige verlamming
  • intraventriculaire hersenbloeding (er stroomt bloed in de hersenholtes /ventrikels) wisselend in ernst, soms met halfzijdige verlamming
  • herseninfarct
  • periventriculaire leukomalacie PVL (verweking van de witte stof)
  • cysteuze leukomalacie (kleine met vocht gevulde holtes (cysten) in de witte stof).

Lees ook onze pagina over aangeboren hersenletsel.

 

De laatste 15 jaar is er een afname te zien in cerebrale parese bij vroeggeborenen, waarschijnlijk door vooruitgang in de zorg rondom zeer vroeg geboren kinderen.

 

Mogelijke problemen op langere termijn bij vroeggeboren kindjes (geboren bij 24 tot 32 weken zwangerschap) zijn:

  • motorische problemen (met name fijne motoriek)
  • cognitieve problemen/leerproblemen, met name op de middelbare schoolleeftijd omdat er dan hogere eisen aan het kind worden gesteld (ook in executieve functies als plannen, overzicht hebben etc)
  • verstandelijke problemen
  • zintuiglijke problemen
  • gedragsproblemen
  • ADHD

In Utrecht en in Rotterdam worden al scans aangeboden om een vroege voorspelling op deze mogelijke problemen mogelijk te maken.

Deze pagina werd mede mogelijk gemaakt door Dr. Annet M. Aukes


Meer info?


    Boeken:

    Geen roze wolk   16,50 Over ervaringen met het HELLP syndroom / (pre) eclampsie: https://www.hellp.nl/product/geen-roze-wolk/

    HELLP en hoe verder € 12,50 Over de naweeën van (pre) eclampsie en het HELLP syndroom  https://www.hellp.nl/product/hellp-en-hoe-verder/

     

    Verenigingen en stichtingen

    • Stichting HELLP-syndroom
      Postbus 636, 3800 AP Amersfoort
      (0529) 42 70 00
    • Vereniging Keizersnede Ouders
      Postbus 233, 2170 AE Sassenheim
      (076) 503 71 17 of (0252) 23 07 72
    • Vereniging Ouders van een overleden kind
      Postbus 418, 1400 AK Bussum
      (030) 234 38 68
    • Couveuze ouders


    Proefschriften

    (de link naar het proefschrift op de website van de Rijks Universiteit Groningen RuG staan in de rechter kolom)

     

    Proefschrift Dr. Annet M. Aukes

    https://www.rug.nl/research/portal/publications/eclampsia--preeclampsia(a39c9ea7-8773-447f-893f-81fb92a66ef1).html

    Alleen de Nederlandse samenvatting van het proefschrift:

    https://www.rug.nl/research/portal/files/14566982/08sv.pdf

     

    Proefschrift van Dr. Marjon J. Wiegman:

    https://www.rug.nl/research/portal/publications/maternal-brain-involvement-in-preeclampsia-pathophysiology-and-longterm-consequences(8cda0f7e-9b8c-4727-b3e3-56c9f268c37d).html

     

    Proefschrift Dr. Ineke Postma:

    https://www.rug.nl/research/portal/publications/the-maternal-brain-in-preeclampsia(5db51f7e-cf78-4503-8ea8-ffca666cf2dc).html

     

    Proefschrift Dr. Claire A.I. Stramrood:

    https://www.rug.nl/research/portal/publications/posttraumatic-stress-following-pregnancy-and-childbirth(5ee53a91-c2fd-421d-a043-9f764d676bdf).html                                                                                          
    MRI bij premature kinderen:

    Toward quantitative MRI analysis – A smart approach to characterize neonatal white matter injury

    Clinical Risk Factors for Punctate White Matter Lesions on Early Magnetic Resonance Imaging in Preterm Newborns

                                                       

    Relevante links:

    Bronnen:

    Andersgaard, A. B., Herbst, A., Johansen, M., Borgström, A., Bille, A. G., & Oian, P. (2009). Follow-Up Interviews after Eclampsia. Gynecologic and Obstetric Investigation, 67(1), 49–52. https://doi.org/10.1159/000161569

    Aukes, A. M., Wessel, I., Dubois, A. M., Aarnoudse, J. G., & Zeeman, G. G. (2007). Self-reported cognitive functioning in formerly eclamptic women. American Journal of Obstetrics and Gynecology, 197(4), 365. https://doi.org/10.1016/j.ajog.2007.06.044

    Chesley, L. C. (2000). Recognition of the long-term sequelae of eclampsia. American Journal of Obstetrics and Gynecology, 182(1), 249–250. https://doi.org/10.1016/s0002-9378(00)70521-7

    Eyskens, E., Feenstra, L., Meinders, A. E., Vandenbroucke, J. P., & Van Weel, C. (1997). Codex Medicus (10e ed.). Maarssen, Nederland: Elsevier Gezondheidszorg.

    Gathier, C., & Van der Worp, B. (2013, 1 juni). Het reversibele posterieureencefalopathiesyndroom. Critical care, 2013(3). Geraadpleegd van https://mijn.bsl.nl/het-reversibele-posterieureencefalopathiesyndroom/592234

    Hersenletsel uitleg team | Hersenletsel-uitleg.nl. (2018). https://www.hersenletsel-uitleg.nl/

    Hinchey, J., Chaves, C., Appignani, B., Breen, J., Pao, L., Wang, A., . . . Caplan, L. R. (1996). A Reversible Posterior Leukoencephalopathy Syndrome. New England Journal of Medicine, 334(8), 494–500. https://doi.org/10.1056/nejm199602223340803

    Hobson, E. V., Craven, I., & Blank, S. C. (2012). Posterior Reversible Encephalopathy Syndrome: A Truly Treatable Neurologic Illness. Peritoneal Dialysis International, 32(6), 590–594. https://doi.org/10.3747/pdi.2012.00152

    Kuks, J. B. M., Snoek, J. W., Oosterhuis, H. G. J. H., & Fock, J. M. (2003). Klinische neurologie (15e ed.). Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

    McKinney, A. M., Short, J., Truwit, C. L., McKinney, Z. J., Kozak, O. S., SantaCruz, K. S., & Teksam, M. (2007). Posterior Reversible Encephalopathy Syndrome: Incidence of Atypical Regions of Involvement and Imaging Findings. American Journal of Roentgenology, 189(4), 904–912. https://doi.org/10.2214/ajr.07.2024

    Postma, I., Wessel, I., Aarnoudse, J., & Zeeman, G. (2010). Neurocognitive Functioning in Women with a History of Eclampsia: Executive Functioning and Sustained Attention. American Journal of Perinatology, 27(09), 685–690. https://doi.org/10.1055/s-0030-1253099

    Postma, I. R., Slager, S., Kremer, H. P., De Groot, J. C., & Zeeman, G. G. (2014). Long-term Consequences of the Posterior Reversible Encephalopathy Syndrome in Eclampsia and Preeclampsia. Obstetrical & Gynecological Survey, 69(5), 287–300. https://doi.org/10.1097/ogx.0000000000000069

    Stevenson, D. K. (2017). Fetal en Neonatal Brain Injury (5e ed.). Cambridge, Groot-Brittannië: Cambridge University Press.

    Stroescu, I., Salinas, C. M., Nahab, F. B., & Stringer, A. Y. (2011). Long-term Neurocognitive and Neuroimaging Outcomes in Posterior Reversible Encephalopathy Syndrome: Two Case Reports and Implications. The Clinical Neuropsychologist, 25(8), 1386–1402. https://doi.org/10.1080/13854046.2011.628339

    Tetsuka, S., & Nonaka, H. (2017). Importance of correctly interpreting magnetic resonance imaging to diagnose posterior reversible encephalopathy syndrome associated with HELLP syndrome: a case report. BMC Medical Imaging, 17(1). https://doi.org/10.1186/s12880-017-0208-6

    Van Haastert, I. (2011). Early neuromotor developmentof high risk infants (scriptie). Geraadpleegd van http://docplayer.nl/28601154-Early-neuromotor-development-of-high-risk-infants.html

    Wiegman, M. J., Zeeman, G. G., Aukes, A. M., Bolte, A. C., Faas, M. M., Aarnoudse, J. G., & De Groot, J. C. (2014). Regional Distribution of Cerebral White Matter Lesions Years After Preeclampsia and Eclampsia. Obstetrics & Gynecology, 123(4), 790–795. https://doi.org/10.1097/aog.0000000000000162

    Toward quantitative MRI analysis – A smart approach to characterize neonatal white matter injury

    Clinical Risk Factors for Punctate White Matter Lesions on Early Magnetic Resonance Imaging in Preterm Newborns