De neuropsycholoog

We hebben namens Hersenletsel-uitleg een aantal vragen aan Mariska den Hartog gesteld om een beeld te geven wat een neuropsycholoog zoal kan betekenen voor mensen met hersenletsel en hun naasten. Zij is een GZ/neuropsycholoog met een eigen praktijk. Zij behandelt via beeldbellen.



Vragen:

1. Je bent vorig jaar jaar met je eigen praktijk begonnen. Kun je iets vertellen hoe jouw studie en loopbaan er tot nog toe uit zag?

Ik heb aan de Universiteit Utrecht Neuropsychologie (‘Cognitieve Functiestoornissen’) gestudeerd. Aansluitend heb ik als neuropsycholoog gewerkt bij de Universiteit Maastricht en het daar aan gekoppelde psychiatrische ziekenhuis PMS Vijverdal, waar ik ook promoveerde binnen de neuropsychologie.

 

Toen ik klaar was, werd in Den Dolder hersenletselkliniek Vesalius opgezet. Dat is nu een begrip, maar toen vernieuwend! Ik mocht hier als neuropsycholoog een bijdrage leveren aan het behandelteam en ik heb dit ervaren als een bijzonder interessante werkplek, waar ik een goede bijdrage kon leveren aan de zorg en waar ik ook nog eens bijzonder veel heb mogen leren van alle cliënten en collega’s!

Later heb ik de GZ-opleiding binnen de psychiatrie doorlopen. In deze opleiding leer je je psychologische- en psychiatrische problematiek gericht te behandelen.

 

Ik heb nooit zo goed kunnen kiezen tussen behandelen en les geven en vaak heb ik dit ook gecombineerd. Zo heb ik samen met een groep collega’s bij de Hogeschool Utrecht de opleiding BMH op mogen zetten, gericht op de acute zorg (ambulance, spoedeisende hulp en anesthesie).

Hier had ik de kans om opgedane kennis te delen met aankomende professionals (o.a. over hersenletsel, communicatie, geruststelling, emoties, neurologie, psychiatrie en onderzoek). Deze professionals hebben allemaal ook weer te maken met mensen met niet-aangeboren hersenletsel, wat de mensen met NAH weer helpt.

 

De afgelopen jaren heb ik gewerkt bij praktijk Hulp bij Hersenletsel van Jenny Palm – wij kenden elkaar goed van Vesalius. Toen zij pensioneerde, heb ik Neuron hersenletselpraktijk opgezet, later werd dat neuronpsychologie, waarbij ik binnen de basis-GGZ kortdurende behandeling geef.

2. Kan je iets vertellen over de keuze van de praktijknaam?

De naam van de praktijk 'Neuron psychologie' www.neuronpsychologie.nl komt van het woord ‘neuron’: een zenuwcel. Dit is een bouwsteentje in ons lichaam waar allerlei informatie wordt verwerkt.

Er zijn miljarden neuronen in de hersenen, waardoor mensen altijd denken dat neuronen zenuwcellen in de hersenen zijn. Dat is ook wel zo, maar eigenlijk zitten ze overal in het lichaam en vormen ze één groot netwerk. En dat zou wel eens heel interessant kunnen worden voor toekomstige ontwikkelingen.

 

Nu ik in mijn eigen praktijk werk, kan ik meer tijd maken om interessante wetenschappelijke ontwikkelingen bij te houden en hier wat in de praktijk mee te doen. Een voorbeeld is dat we ondertussen weten dat er ook dat in de darmen een laagje neuronen zitten die communiceren met de neuronen in de hersenen. Dat is enorm interessant, omdat dit betekent dat er meer invalshoeken kunnen komen om de hersenen te  beïnvloeden dan dat we dachten!

 

Een andere mooie ontwikkeling binnen mijn praktijk is de innovatieve behandeling voor het postcommotioneel syndroom PCS: de langdurige invaliderende klachten die na een hersenschudding op kunnen treden.

3. Wat is het verschil tussen een klinisch neuropsycholoog en een GZ-psycholoog?

Eigenlijk gaat het om 3 verschillende groepen die van belang zijn. De eerste is de neuropsycholoog. Je bent neuropsycholoog als je daarvoor succesvol de universitaire opleiding hebt afgerond. Je bent dan een basispsycholoog, met heel veel kennis van de hersenen. Deze basis neuropsychologen zijn ook erg goed in het verrichten van neuropsychologisch onderzoek!

 

Als je je verder wilt specialiseren, zal de basis neuropsycholoog de 2-jarige opleiding tot GZ-psycholoog (gezondheidszorgpsycholoog) moeten volgen. Het is een leer-werktraject, waarbij je onder supervisie leert om brede psychologische behandelingen goed uit te voeren. Je krijgt dan ook een BIG-registratie. De meeste mensen noemen zich dan GZ/neuropsycholoog.

 

Hierna kun je je nog verder specialiseren tot Klinisch Neuropsycholoog. Dit is een 4-jarige opleiding waarbij je nóg specifieker leert om mensen met hersenletsel goed te behandelen. Daarnaast leer je ook om een afdeling te managen en om wetenschappelijk onderzoek op te zetten en de uitkomsten te publiceren.

Eigenlijk zijn er al relatief weinig neuropsychologen. Er zijn dan natuurlijk nog minder GZ/neuropsychologen en het aantal Klinisch Neuropsychologen is echt erg gering.

4. Wat is het doel of wat kunnen doelen zijn van behandeling bij een neuropsycholoog?

Een neuropsycholoog (en alle verdere specialismen) richt zich op allerlei problemen van mensen met allerlei vormen van hersenletsel. Een neuropsycholoog kan niét vast stellen of er sprake is van hersenletsel, of hoe het er in de hersenen uit ziet. Daarvoor zal onderzoek bij een neuroloog plaats moeten vinden, waarbij beeldvormend onderzoek in de vorm van een hersenscan zeker van belang is.

 

Een neuropsycholoog richt zich over het algemeen op de cognitieve- emotionele en gedragsmatige gevolgen van hersenletsel. We zijn er op gericht om uitleg te geven over wat er aan de hand is, om handvatten te  verstrekken om het functioneren te verbeteren. En, als GZ/neuropsycholoog en Klinisch Neuropsycholoog, om allerlei bijkomende psychische problematiek aan te pakken.

Samen met de cliënt én diens omgeving, want hersenletsel beïnvloedt het hele systeem rondom iemand heen.

 

Bij hersenletsel zijn juist de áltijd aanwezige niet-zichtbare gevolgen bijzonder invaliderend. Denk aan snel optredende forse mentale vermoeidheid, fors toegenomen prikkelgevoeligheid, tinnitus (oorsuizen), cognitieve problemen, emotionele verstoringen, etc etc. Ze beperken de belastbaarheid enorm, maar je kunt ze niet zomaar zien.

 

Het (h)erkennen hiervan is alleen al van enorm belang. Vaak kan de problematiek ook wat verbeterd worden. Maar het oog houden voor blijvende beperkingen, zodat chronische overvraging wordt verminderd is net zo van belang tijdens de behandeling bij een neuropsycholoog.

5. Wanneer kom jij in beeld? Wanneer wordt er doorverwezen naar een neuropsycholoog en wie doet de verwijzing? Is er een verwijzing nodig?

Na een hersenletsel komen mensen meestal eerst in het ziekenhuis. Op een afdeling neurologie werken over het algemeen ook neuropsychologen. Daarna volgt soms een revalidatieperiode, waar ook neuropsychologen betrokken zijn.

 

Eenmaal thuis, lopen mensen toch regelmatig aan tegen de niet-zichtbare gevolgen van het hersenletsel: juist door de niet-zichtbare gevolgen worden mensen regelmatig overvraagd door de omgeving én door zichzelf. Zij kunnen dan eerstelijns hulp krijgen van ergotherapeuten die gespecialiseerd zijn in NAH, die hen vaak helpen met het afstemmen van de belasting op hun belastbaarheid.

 

Neuropsychologen kunnen ook helpen met het afstemmen van de belasting op hun belastbaarheid en kunnen daarbij ook goed uitleggen wat er aan de hand is.

Soms ontstaan er ook problemen met het verwerken van wat er allemaal gebeurd is, of krijgen mensen andere psychische problemen. Dan kan een GZ/neuropsycholoog of een Klinisch Neuropsycholoog in beeld komen – regelmatig werken zij dan in de GGZ (geestelijke gezondheidszorg).

 

Het blijkt best lastig te zijn voor cliënten om de weg te vinden naar professionals. De hersenletselteams helpen mensen goed bij het vinden van de juiste zorg. Met een beetje geluk gaat de pilot Breinlijn binnenkort landelijk van start en zij zullen ook een belangrijke informatiebron gaan vormen.

 

Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de psychologische behandeling door de zorgverzekeraar, is altijd een verwijsbrief nodig van de huisarts of medisch specialist (bv de revalidatie-arts of neuroloog). Zonder verwijzing kun je ook geholpen worden, maar dan vergoedt de zorgverzekering de behandeling niet.

6. Tegen welke problemen lopen de cliënten zoal aan?

Mensen die in behandeling gaan bij een neuropsycholoog, lopen vooral aan tegen de niet-zichtbare gevolgen van hersenletsel: o.a. enorme mentale vermoeidheid, forse prikkelgevoeligheid (licht, geluid, drukte), cognitieve problemen (bv. geheugen, plannen, omgaan met veranderingen), een kort lontje, versterkte emotionaliteit of juist vervlakking daarvan, impulsiviteit of juist moeite om tot acties te komen.

 

Mensen worden hierdoor al snel overvraagd, zowel door de omgeving als door zichzelf. Hierdoor ontstaan vaak weer zoals uitputting, somberheid, angst, problemen met verwerking van alles wat er is gebeurd, etc. Uiteraard ontstaan in zo’n situatie over het algemeen ook problemen in werk en gezin en relatie. Het is allemaal nogal wat.

7. Welke soorten hersenletsel zie je in je praktijk voor bij komen?

Eigenlijk zien we alle soorten niet-aangeboren hersenletsel voorbij komen. Een groot deel bestaat uit CVA’s (herseninfarcten en – bloedingen), traumatisch hersenletsel, tumoren, infecties in de hersenen, vergiftigingen, zuurstoftekort (ook ten gevolge van een succesvolle reanimatie buiten het ziekenhuis; ook dan is er sprake van hersenletsel en dit vormt een situatie waar nog onvoldoende aandacht voor is), etc etc.

 

Binnen mijn praktijk richt ik me ook specifiek op mensen met postcommotioneel syndroom (PCS): de langdurige gevolgen die soms ontstaan na een hersenschudding. Deze groep wordt binnen Nederland tot op heden onvoldoende behandeld. De problematiek is in mijn ervaring prima te behandelen door GZ/neuropsychologen of Klinisch Neuropsychologen, liefst in combinatie met een ergotherapeut of fysiotherapeut.

8. Wat is het meest waardevolle aan jouw vak?

Voor cliënten en hun omgeving is het meest waardevolle toch telkens weer de erkenning en herkenning van de voor hen zo onbegrijpelijke problematiek waar ze tegen aan lopen.

Voor mij is het meest waardevolle om mensen een stapje vooruit te helpen in hun leven en ze te helpen met een stukje terugwinnen van hun autonomie, waardoor het leven gewoonweg weer wat fijner en leuker wordt. Daar word ik ook blij van!

9. Is het een zwaar vak of niet en hoe maak jij het dan eventueel voor jezelf lichter?

Ik moet toegeven dat het in het algemeen inderdaad een zwaar vak is. Tegelijkertijd ben ik in de meeste behandelingen samen met iemand bezig om diegene linksom of rechtsom vooruit te  helpen. En dat geeft juist weer energie.

 

Om eerlijk te zijn lach ik samen met de cliënt ook regelmatig wat af – er is gewoonweg ook ruimte voor humor binnen moeilijke situaties. Ik hou verder mijn eigen mentale gezondheid goed in de gaten, o.a. door mijn grenzen te bewaken, voldoende te ontspannen en steun aan collega’s te vragen, daar waar nodig.

10. We begrepen dat mensen via beeldbellen een consult met jou aan kunnen vragen. Dat is oprecht gebruik maken van de moderne ontwikkelingen en een enorme handreiking aan mensen die niet ver kunnen reizen. Wordt er gebruik van gemaakt? Kunnen bijvoorbeeld ook mensen uit België van deze mogelijkheid gebruik maken of wordt dat niet vergoed door een zorgverzekeraar?

Veel behandelingen kunnen ook prima plaats vinden via beeldbellen en ik doe dat ook. Er zijn een klein aantal behandelen waarbij dat nog niet handig is (bijvoorbeeld bij het geven van EMDR – daarvoor moet iemand in de kamer zitten), maar eigenlijk kan het verder altijd wel.

 

Juist door de onzichtbare gevolgen van hersenletsel zijn mensen vaak zo moe door het reizen – en dat moet je nog beginnen met de behandeling. Ik vind dat niet zo handig – de energie kan beter besteed worden. Niet iedereen voelt wat voor beeldbellen. Toch, als mensen het een keer geprobeerd hebben, bevalt het ze meestal prima.

 

Behandeling via internet wordt gewoon vergoed door de verzekeraar – die zijn juist een enorme voorstander van alle vormen van e-health!

 

Omdat ik bekend sta om mijn werkzame behandelmethode bij het post-commotionele syndroom, weten Nederlanders die in het buitenland wonen mij daarvoor inderdaad ook te vinden. Het hangt af van de verzekering van die Nederlanders in het buitenland, of ze dat vergoed krijgen of niet. Dat moeten ze altijd zelf even na vragen.

11. We hebben nog twee belangrijke vragen die we veel horen bij onze achterban.

Klopt het dat niet alle hersenletsels zichtbaar gemaakt kunnen worden met een structurele scan als MRI- en CT-scan?

Zeker! Een MRI-scan is een heel gevoelige scan, die ‘gaatjes in de hersenen’ meet vanaf een halve millimeter. Dat is enorm klein. Tegelijkertijd weten we (vooral uit dierexperimenteel onderzoek) heel goed dat bijvoorbeeld licht traumatisch hersenletsel schade geeft op celniveau. En dat is weer vele malen kleiner dan wat een MRI kan meten. Dat kun je dus niet zichtbaar maken met een MRI.

 

Er zijn ook bepaalde ziektes in de hersenen (met name sommige ‘witte-stof ziektes’, die niet direct zichtbaar zijn op een scan. Dan hebben mensen al lange tijd allerlei symptomen die op de ziekte wijzen, zonder dat het in dat stadium al zichtbaar is op een scan.

 

12. Klopt het dat niet iedereen een neuropsychologisch onderzoek NPO vergoed krijgt door de zorgverzekeraar en wat zijn de voorwaarden waaraan iemand dan moet voldoen om een NPO (neuropsychologisch onderzoek) vergoed te krijgen?

Ja, dat klopt ook. Binnen de huidige zorgverzekeringswetten gelden strenge regels voor vergoeding van een NPO (en ander diagnostisch onderzoek). Op dit moment kan het vooral binnen instellingen, zoals als je opgenomen bent in een ziekenhuis, bij behandeling in een revalidatiecentrum en binnen de specialistische GGZ (SGGZ – vaak binnen instellingsverbanden).

 

Binnen de SGGZ kan een NPO over het algemeen alleen plaats vinden aan het begin van een traject én als er daarna een behandeling volgt. Je kunt dus niet een ‘los NPO’ vergoed krijgen.

 

Een uitzondering die ik ken, vormt het Expertise Centrum Diagnostiek van Altrecht GGZ, waar met een verwijzing van huisarts of medisch specialist vaak wel een NPO afgenomen kan worden (en vergoed vanuit basisverzekering).
Binnen de GBGGZ (basis-GGZ, waar ik ook in werk) vergoeden zorgverzekeraars geen NPO. Sommige praktijken bieden dit wel, maar dan moet dat zelf bekostigd worden.

 

13 Rest nog een vraag of je ook een partner of anderen uit het systeem kan behandelen, zonder dat de NAH getroffene in behandeling is? Zo ja, wordt dat vergoed?

 

Zeker is het van groot belang om een partner of het systeem  mee te nemen in de behandeling. Het hersenletsel heeft over het algemeen forse impact op het hét hele gezin/systeem, ook al zit het maar in het hoofd van één gezinslid.

 

Het meest voor de hand liggend, is wanneer de gezinsleden af en toe mee komen. Uiteraard bespreek je dat eerst met elkaar en de cliënt moet het daar wél mee eens zijn. Je ziet elkaar dan dus allemaal gezamenlijk, waar ook de cliënt bij is. Dan valt het ook gewoon onder de vergoede behandeltijd en komen er geen extra kosten bij.

 

Partners van cliënten kunnen ook zelf in behandeling komen. Hierbij moeten wel wat kanttekeningen gemaakt worden. Het is dan namelijk van belang dat beiden niét dezelfde behandelaar hebben.

De behandelaar zal dan namelijk door zijn/haar zeer strikte beroepsgeheim te makkelijk in een heel lastige positie terecht kunnen komen, waarbij hij/zij klem komt te zitten. Een behandelaar zal dan ook niet snel over gaan tot het in behandeling nemen van een gezinslid, wanneer de cliënt al in behandeling is.

Het is voor de beroepsethische regelgeving van de behandelaar van belang dat beide behandelingen gescheiden worden, doordat cliënt en partner beiden een andere behandelaar hebben.

Dit geldt natuurlijk net zo hard voor kinderen.

 

Kinderen tot 18 jaar vallen bovendien onder een andere zorgwetgeving dan volwassen: de zorgwetgeving voor jeugdhulp. Zij kunnen in principe alleen terecht bij daarvoor opgeleide specialisten. En of de behandeling vergoed wordt, hangt af van de contracten die de jeugdhulpverlener heeft afgesloten met de gemeente waar in het kind woont.

 

Vaak wordt de behandeling van de partner niet vergoed door de zorgverzekeraar. Het gaat meestal om de diagnose die ‘aanpassingsproblematiek’ wordt genoemd: terechte forse moeite met het aanpassen aan de zo nare en ingrijpende veranderingen door het hersenletsel van de naaste.

 

Dit wordt helaas al jaren niet vergoed door de zorgverzekeraar – ook niet met een verwijzing. Indien de problematiek van de partner ernstig genoeg is geworden dat er ondertussen bijvoorbeeld een depressie of angststoornis vastgesteld kan worden, wordt behandeling pas vergoed door de zorgverzekeraar. Een érg schrijnende situatie.

Mariska
www.neuronpsychologie.nl
Info e-mail: info@neuronpsychologie.nl